Voorwoord
Hoe komt iemand ertoe,
plots, na vele jaren, een onderzoek te starten naar wat zich afspeelde in zijn
gemeente tijdens een oorlog die hij zelf niet heeft meegemaakt?
Als kleine jongen had ik
al wel eens aan mijn vader, een man van weinig woorden, gevraagd hoe dat
voelde, zo’n begin van een oorlog. Wat gebeurde er exact die dag? Ik weet
niet meer wat hij toen precies antwoordde maar veel zal het niet geweest zijn.
Ik was zes toen mijn
grootvader langs moederszijde, Maurits Degroote, geboren te Oostende op 31
augustus 1898, overleed in 1960. Te jong dus om vragen te stellen over de
oorlog. Nochtans, hij had er me veel kunnen over vertellen. Hij was militair op
het Wevelgems vliegveld toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, krijgsgevangene[1]
en inlichtings- en actieagent[2]
tijdens de bezetting. Na de oorlog werd hij op 7 oktober 1944 aangeduid voor
het Krijgsauditoraat te Kortrijk en er aangesteld als adjunct-griffier tot 30
juni 1947.
Maurits
Degroote – Bron artikel: Kortrijksch Handelsblad van 7 april 1945.
In de jaren z
Of nog later, in de jaren
tachtig toen ik lid werd van de Volksunie,
had ik mijn oor te luisteren kunnen leggen bij enkele leden van toen, bij
gemeenteraadslid Frans Soenen of plaatselijk voorzitter Antoon Moerkerke. Hun
families werden na de oorlog zwaar aangepakt.
Het kwam er niet van, de
interesse was er nog niet en het is helemaal niet zeker of ik toen wel vol- of
afdoende antwoorden ging gekregen hebben.
Een “ontbrekende” foto in
het rijtje burgemeesters van Wevelgem echter trok mijn aandacht tijdens een
receptie – ter gelegenheid van de 25ste Open Monumentendag in
september 2013 – in de gemeenteraadszaal en betekende de start van mijn
zoektocht.
Oorlogsburgemeester
Michel Byttebier ontbreekt in het rijtje burgemeesters. Rechts Remi Wallays
(burgemeester van 1933 tot 1942 en van 1944 tot 1946) en links zijn broer
Achiel Wallays (burgemeester van 1947 tot 1969).
In april 2018 werd ik
toevallig gecontacteerd door Geert Lecompte die bezig was met stamboomonderzoek
en me vroeg of we verre familie van mekaar waren.
Na wat berichtjes heen en
weer kwam algauw aan het licht dat ook Geert een uitgesproken interesse had
voor alles wat met de Tweede Wereldoorlog te maken had o.m. in Wevelgem.
Dat kwam doordat zijn grootvader, Carlos ‘Charles’ Lecompte, geboren te Wevelgem op 26 april 1912, actief was geweest in Wevelgem als weerstander door de sluikpers, van 8 juli 1943 tot 15 januari 1944. Hij was ook begunstigde van het Statuut van Gewapend Weerstander voor de periode van 8 juli 1943 tot 22 juni 1945 en een politiek “Nacht und Nebel”-gevangene voor de periode van 15 januari 1944 tot 21 juni 1945.
Hoe grootvaders mensen
kunnen samenbrengen.
Bij toeval kwamen we dus
met elkaar in contact, werden we nog meer gebeten door de onderzoeksmicrobe en
wilden we samen een “vergeten” stukje van de Wevelgemse geschiedenis vastleggen
voor het heden en de toekomst.
Tijdens ons onderzoek
kregen we sterk de indruk dat men bepaalde aspecten van deze periode in
Wevelgem nog steeds liever onaangeroerd laat, alsof de tijd er nog niet
voldoende rijp voor is en er over dit onderwerp een taboesfeer blijft hangen.
In naburige steden en gemeenten werd daarover nochtans reeds uitvoerig
geschreven. In Wevelgem heerst op dat vlak de stilte.
Het heemkundig
tijdschrift ’t Meiboompje – jaargang 23/1 – uit Gullegem verwoordt het
goed bij het verschijnen van de serie “Gullegemnaren in de Tweede
Wereldoorlog”:
“… De heemkundige kring
De Meiboom Gullegem dankt daarom de tientallen Gullegemnaren die hun eigen
belevenissen in de Tweede Wereldoorlog voor dit tijdschrift op papier hebben
neergeschreven. Natuurlijk is niet alles aan bod gekomen. We denken daarbij
vooral aan activiteiten van collaborateurs, oorlogsprofiteurs, echte en
naoorlogse weerstanders, oostfronters, de zwarten en de witten, … enz. Deze
aspecten van de oorlog zijn echter te delicaat voor de recente
geschiedschrijving van de kleine gemeenschap die Gullegem is.”
Een medewerker van de
Heemkundige Kring Wibilinga Moorsele Wevelgem formuleerde het als volgt
in een aan mij gerichte mail:
“Soms is het goed om
laden open te trekken maar vaak is het beter om laden en hun inhoud gesloten te
houden.”
De Geschiedenis van Wevelgem,
van de hand van Jules Vervenne, Lieven Vervenne en Ludo Vanhove en verschenen
eind 2021, besteedt gelukkig ruimschoots aandacht aan de Tweede Wereldoorlog,
echter o.i. onvoldoende diepgaand.
Een grondig onderzoek
drong zich op.
De vele documenten die we
konden inkijken deden er ons toe besluiten ook andere gemeenten van Zuid-West-Vlaanderen
te onderzoeken en erbij te betrekken. Veel dossiers uit de verschillende
gemeenten waren bijna onlosmakelijk verbonden met mekaar.
Onze bescheiden bijdrage
wil op een zo objectief mogelijke manier dit complex en geladen onderwerp behandelen.
De inhoud van ons werk kan
bij sommigen hard en confronterend overkomen. Er worden namen genoemd. Vele
namen werden vroeger al vermeld, kort na de oorlog, in het Belgisch Staatsblad
of in de plaatselijke kranten. We hopen dat iedereen alles respectvol in zijn
context zal willen plaatsen.
Zonder namen kan je geen
ernstige studie brengen. Vandaag zijn zo goed als alle vermelde personen van de
beschreven periode gestorven zodat de AVG[3] niet van toepassing is.
De gegevens in ons boek berusten op duizenden
documenten komende uit honderden dossiers. Zelfs het kleinste hoekje in het
diepste archief ontsnapte niet aan het onderzoekersoog van Geert Lecompte,
zonder wie deze publicatie niet mogelijk was geweest.
Omwille van de leesbaarheid van de tekst
werden niet overal voetnoten ingelast. Alle opgenomen gegevens zijn echter
strikt controleerbaar en komen uit de bronnen vermeld in een afzonderlijke
rubriek op het einde van het boek.
Veel leesgenot met een historisch “verhaal” over
Wevelgem en omliggende gemeenten tijdens de Tweede Wereldoorlog, een stukje
geschiedenis geschreven van onderaf, vanuit het perspectief van de gewone man
of vrouw.
Arnold Seynnaeve.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten