zondag 4 december 2022

Voorwoord

 

Voorwoord

 

Hoe komt iemand ertoe, plots, na vele jaren, een onderzoek te starten naar wat zich afspeelde in zijn gemeente tijdens een oorlog die hij zelf niet heeft meegemaakt?

Als kleine jongen had ik al wel eens aan mijn vader, een man van weinig woorden, gevraagd hoe dat voelde, zo’n begin van een oorlog. Wat gebeurde er exact die dag? Ik weet niet meer wat hij toen precies antwoordde maar veel zal het niet geweest zijn.

Ik was zes toen mijn grootvader langs moederszijde, Maurits Degroote, geboren te Oostende op 31 augustus 1898, overleed in 1960. Te jong dus om vragen te stellen over de oorlog. Nochtans, hij had er me veel kunnen over vertellen. Hij was militair op het Wevelgems vliegveld toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, krijgsgevangene[1] en inlichtings- en actieagent[2] tijdens de bezetting. Na de oorlog werd hij op 7 oktober 1944 aangeduid voor het Krijgsauditoraat te Kortrijk en er aangesteld als adjunct-griffier tot 30 juni 1947.

Maurits Degroote – Bron artikel: Kortrijksch Handelsblad van 7 april 1945.

In de jaren zeventig had ik ook vragen kunnen stellen aan Madeleine Wallays en Denis Baert, beiden op hun manier actief in het verzet tijdens de oorlog. Wekelijks was “Den Bond”,  het ACW-lokaal op de “platse” in Wevelgem, onze ontmoetingsplaats. Willy Malfait was ook steeds van de partij. Dikwijls, wanneer hij in een weemoedige bui was, had hij het over zijn vader Marcel die bij de bevrijding door de Duitsers werd gedood.

Of nog later, in de jaren tachtig toen ik lid werd van de Volksunie, had ik mijn oor te luisteren kunnen leggen bij enkele leden van toen, bij gemeenteraadslid Frans Soenen of plaatselijk voorzitter Antoon Moerkerke. Hun families werden na de oorlog zwaar aangepakt.

Het kwam er niet van, de interesse was er nog niet en het is helemaal niet zeker of ik toen wel vol- of afdoende antwoorden ging gekregen hebben.

Een “ontbrekende” foto in het rijtje burgemeesters van Wevelgem echter trok mijn aandacht tijdens een receptie – ter gelegenheid van de 25ste Open Monumentendag in september 2013 – in de gemeenteraadszaal en betekende de start van mijn zoektocht.

Oorlogsburgemeester Michel Byttebier ontbreekt in het rijtje burgemeesters. Rechts Remi Wallays (burgemeester van 1933 tot 1942 en van 1944 tot 1946) en links zijn broer Achiel Wallays (burgemeester van 1947 tot 1969).

In april 2018 werd ik toevallig gecontacteerd door Geert Lecompte die bezig was met stamboomonderzoek en me vroeg of we verre familie van mekaar waren.

Na wat berichtjes heen en weer kwam algauw aan het licht dat ook Geert een uitgesproken interesse had voor alles wat met de Tweede Wereldoorlog te maken had o.m. in Wevelgem.

Dat kwam doordat zijn grootvader, Carlos ‘Charles’ Lecompte, geboren te Wevelgem op 26 april 1912, actief was geweest in Wevelgem als weerstander door de sluikpers, van 8 juli 1943 tot 15 januari 1944. Hij was ook begunstigde van het Statuut van Gewapend Weerstander voor de periode van 8 juli 1943 tot 22 juni 1945 en een politiek “Nacht und Nebel”-gevangene voor de periode van 15 januari 1944 tot 21 juni 1945.

Hoe grootvaders mensen kunnen samenbrengen.

Bij toeval kwamen we dus met elkaar in contact, werden we nog meer gebeten door de onderzoeksmicrobe en wilden we samen een “vergeten” stukje van de Wevelgemse geschiedenis vastleggen voor het heden en de toekomst.

Tijdens ons onderzoek kregen we sterk de indruk dat men bepaalde aspecten van deze periode in Wevelgem nog steeds liever onaangeroerd laat, alsof de tijd er nog niet voldoende rijp voor is en er over dit onderwerp een taboesfeer blijft hangen. In naburige steden en gemeenten werd daarover nochtans reeds uitvoerig geschreven. In Wevelgem heerst op dat vlak de stilte.

Het heemkundig tijdschrift ’t Meiboompje – jaargang 23/1 – uit Gullegem verwoordt het goed bij het verschijnen van de serie “Gullegemnaren in de Tweede Wereldoorlog”:

“… De heemkundige kring De Meiboom Gullegem dankt daarom de tientallen Gullegemnaren die hun eigen belevenissen in de Tweede Wereldoorlog voor dit tijdschrift op papier hebben neergeschreven. Natuurlijk is niet alles aan bod gekomen. We denken daarbij vooral aan activiteiten van collaborateurs, oorlogsprofiteurs, echte en naoorlogse weerstanders, oostfronters, de zwarten en de witten, … enz. Deze aspecten van de oorlog zijn echter te delicaat voor de recente geschiedschrijving van de kleine gemeenschap die Gullegem is.”

Een medewerker van de Heemkundige Kring Wibilinga Moorsele Wevelgem formuleerde het als volgt in een aan mij gerichte mail:

“Soms is het goed om laden open te trekken maar vaak is het beter om laden en hun inhoud gesloten te houden.”

De  Geschiedenis van Wevelgem, van de hand van Jules Vervenne, Lieven Vervenne en Ludo Vanhove en verschenen eind 2021, besteedt gelukkig ruimschoots aandacht aan de Tweede Wereldoorlog, echter o.i. onvoldoende diepgaand.


Een grondig onderzoek drong zich op.

De vele documenten die we konden inkijken deden er ons toe besluiten ook andere gemeenten van Zuid-West-Vlaanderen te onderzoeken en erbij te betrekken. Veel dossiers uit de verschillende gemeenten waren bijna onlosmakelijk verbonden met mekaar.

Onze bescheiden bijdrage wil op een zo objectief mogelijke manier dit complex en geladen onderwerp behandelen.

De inhoud van ons werk kan bij sommigen hard en confronterend overkomen. Er worden namen genoemd. Vele namen werden vroeger al vermeld, kort na de oorlog, in het Belgisch Staatsblad of in de plaatselijke kranten. We hopen dat iedereen alles respectvol in zijn context zal willen plaatsen.

Zonder namen kan je geen ernstige studie brengen. Vandaag zijn zo goed als alle vermelde personen van de beschreven periode gestorven zodat de AVG[3] niet van toepassing is.

De gegevens in ons boek berusten op duizenden documenten komende uit honderden dossiers. Zelfs het kleinste hoekje in het diepste archief ontsnapte niet aan het onderzoekersoog van Geert Lecompte, zonder wie deze publicatie niet mogelijk was geweest.

Omwille van de leesbaarheid van de tekst werden niet overal voetnoten ingelast. Alle opgenomen gegevens zijn echter strikt controleerbaar en komen uit de bronnen vermeld in een afzonderlijke rubriek op het einde van het boek.

Veel leesgenot met een historisch “verhaal” over Wevelgem en omliggende gemeenten tijdens de Tweede Wereldoorlog, een stukje geschiedenis geschreven van onderaf, vanuit het perspectief van de gewone man of vrouw.

 

Arnold Seynnaeve.



[1] Stalag VI A en VI F.

[2] Graad: Helper Tweede Klas IAA – Inlichtingen en Actie Dienst: “ZIG” – Activiteitgebied: Menen, van 1 oktober 1941 tot 31 oktober 1943.

[3] De AVG (Algemene verordening gegevensbescherming) geldt niet voor overleden personen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten