zondag 4 december 2022

Gijzelbrechtegem: oorlogsburgemeester Adolf Ledez

 

Gijzelbrechtegem: oorlogsburgemeester Adolf Ledez

 

Bij besluit van 31 mei 1941 (B.S. van 1 juni 1941) wordt in de Anzegemse deelgemeente Gijzelbrechtegem Karel Van Haesebroeck[1], landbouwer en burgemeester sedert 1912, vervangen door Adolf Ledez, een toezichter van bruggen en wegen, geboren te Merksem op 19 augustus 1888.

Enkele maanden later, bij besluit van 13 augustus 1941 (B.S. van 15 augustus 1941), wordt schepen Victor De Brouwer, aan wie ontslag verleend wordt op zijn verzoek, op zijn beurt vervangen door R. Vanherzeele.

Na de bevrijding veroordeelt de Krijgsraad van Kortrijk Adolf Ledez op 8 december 1944 tot twee jaar gevangenis.

In de editie van 13 december 1944 besteedt Het Kortrijksch Handelsblad aandacht aan zijn proces:

“Nu wordt de zaak Ledez Adolf, geboren te Merksem op 19 Augustus 1888, opgeroepen en sinds 1925 wonende te Gijzelbrechtegem. Deze eerder ziekelijke man, die lijdt aan vallende ziekte, werd beschuldigd lid te zijn geweest van het V.N.V. Hem werd op aandringen van H. Degroote, gemeentesecretaris en door bemiddeling van H. François, toen ter tijde arrondissementscommissaris ad interim, het burgemeesterschap aangeboden en aanvaard. Tevens werd hem ten laste gelegd dat hij samenkomsten in zijn huis belegde voor de leden van het V.N.V. en colporteerde meerdere malen op zijn gemeente met “De Nationaal Socialist”.

Door zijn verdediger Mr Dejaegere vernemen wij dat voornoemde oorlogsinvalied is van den oorlog 1914-1918, sergeant-technieker bij het 5e Linieregiment en aan den IJzer gekwetst werd. Ook wist hij gedurende de bezetting aan sommige straten der gemeente namen te geven van gemeene collaborateurs met den vijand en landverraders. Op zijn gemeente ronselde hij daarbij suiker en sigaretten voor de strijders op het Oostfront.

Ledez die niet aangehouden was, hoorde zich verwijzen tot 2 jaar gevangenis.”

Omwille van zijn gezondheidstoestand bekomt hij enkele keren uitstel en moet hij zijn straf niet uitzitten. Tijdens de tweede repressiegolf wordt hij toch opgesloten in het interneringscentrum Wikings te Kortrijk van 15 tot 25 mei 1945. Daarna wordt hij ten huize geïnterneerd bij Gerard Duyssens in de Carnotstraat 162 te Antwerpen.

De Substituut-Krijgsauditeur van Kortrijk noteert op 12 juli 1946 in zijn verslag voor het genadedossier de feiten en omstandigheden:

“Verdachte bekent lid geweest te zijn van het VNV sedert het ontstaan der beweging tot met de bevrijding. Hij werd burgemeester benoemd door bemiddeling van den Heer François, Arrondissementscommissaris te Kortrijk, op voorstel van den oud-burgemeester Van Haesebroeck. Hij heeft ook verscheidene malen samenkomsten gehad in zijn huis met andere VNV-ers, doch heeft dit enkel maar gedaan omdat hij ziekelijk zijnde, zijn huis niet mocht verlaten. Hij heeft tot tweemaal toe met de Nationaal Socialist rondgevent, dit in den loop van het jaar 1942. Hij loochende ten stelligste de feiten van verklikking die hem ten laste werden gelegd door enkele zijner medeburgers.”

Bij vonnis van 7 maart 1950 geveld te Mechelen wordt de levenslange ontzetting van de rechten, voorzien bij artikel 123sexies van het strafwetboek en waarvan Ledez beroofd werd door de krijgsraad, beperkt tot drie jaar vanaf 8 december 1944.


 



[1] Geboren te Anzegem op 12 november 1868 en overleden te Gijzelbrechtegem op 6 maart 1947.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten