Bezetter en bevrijder vinden de liefde op de
Wijnberghoek te Wevelgem
De Wijnberghoek is een van de drie parochies
van de deelgemeente Wevelgem met de Roeselare- (gedeeltelijk), Moorsele-
(gedeeltelijk), Wijnberg-, Reutel- en Nachtegaalstraat als bijzonderste straten
tijdens de bezetting.
De gebeurtenissen die er zich afspelen tijdens
en na de oorlog kunnen zo in aanmerking komen voor het maken van een boeiende
oorlogsdocumentaire of -film. Bijna alle mogelijke oorlogstoestanden zijn
aanwezig.
Vooreerst hebben we de moordaanslag door de
verzetslieden Denys op twee Duitse soldaten in de Nachtegaalstraat en de
tussenkomst van oorlogsburgemeester Byttebier die vergeldingsmaatregelen en een
bloedbad kan voorkomen (in een andere rubriek beschreven).
Veroordelingen door de krijgsraad van
collaborateurs die op de Wijnberghoek wonen worden op nog andere plaatsen
vermeld in het boek.
Een Engels bevrijder, Ernest-John Turner,
geboren te Mile End Old Town in Groot-Brittanië op 5 december 1922, behoort tot
de Royal Air Force, blijft hangen na de bevrijding en is onderhoudsmecanicien
op het vliegveld van Wevelgem. Hij huwt met Germaine-Madeleine Robensyn
(1925-1992), dochter van Theophiel en Celina Vuylsteke uit de Roeselarestraat
recht tegenover de Roterijstraat. Het koppel vestigt zich in de
Nachtegaalstraat. Ernest Turner bekomt de Belgische nationaliteit in 1959. In
1984 overlijdt hij.
Vele Vlaamse meisjes worden ook verliefd op
Duitse soldaten. Een zeldzame keer komt het tot een huwelijk, meestal niet
zonder hindernissen. Dit is het geval voor een koppel dat zich zelfs zal
vestigen in de Roeselarestraat te Wevelgem.
Ons relaas[1]
begint bij een niet onbemiddelde vlassersfamilie op de Wijnberghoek, bij het
gezin van Julius Stragier (1867-1928) en Marie Louise Donckels (1871-1935), dat
8 kinderen telt.
Met zeven broers moet het enige meisje Alice
haar “mannetje” staan.
Alice Marie Stragier, geboren te Wevelgem op 6
juni 1897[2], huwt op 20 september 1923
met kleermaker Adolf Vansteenkiste, geboren te Gullegem op 17 juni 1888[3], ze vestigen zich in de
Roeselaresteenweg[4] op de Wijnberghoek.
Er worden vier dochters geboren: Marie Louise,
Francine, Margaretha en Rosa.
Als Adolf Vansteenkiste in 1941 door de Wehrmacht
wordt ontboden om op het vliegveld van Wevelgem wat uniformen te herstellen of
kledingstukken bij te maken, neemt hij zijn twee oudste dochters mee om een
handje toe te steken bij het stikwerk. Francine is op dat ogenblik 14 jaar.
Een jonge Duitse soldaat, Willi Friedrich
Adolf Gerhard Mathias, geboren op 13 april 1923 te Langenholtensen (D) , maakt
haar het hof. Het komt zelfs tot een verloving in 1943.
In 1944 ligt Willi Mathias met zijn eenheid
bij Versailles, waar hij wordt gevangengenomen. Hij zal tot 1947 zijn
krijgsgevangenschap in Groot-Brittannië uitzitten, op het einde, van 18 januari
1946 tot 14 mei 1947, in St Radegund’s Camp N° 670 te Dover. Hij werkt er zich
op tot nauwe medewerker van een van de verantwoordelijken, een jood, John
Helmut Ullman.
Wegens zijn goed gedrag wordt hij een jaar
vroeger dan voorzien vrijgelaten en keert hij terug naar zijn geboortedorp.
Ondertussen krijgt Francine het te Wevelgem
hard te verduren. Samen met haar oudere zuster Marie-Louise wordt ze op vrijdag
8 september 1944 in de voormiddag afgehaald, het hoofd kaalgeschoren en drie
dagen opgesloten in de kelders van het gemeentehuis op de hoek van de Lauwestraat
en de Grote Markt.
De liefde overwint alles, Willi Mathias keert
terug naar Wevelgem en zal 13 jaar zijn brood verdienen in de koolmijnen van de
Borinage in Frameries. Op 15 januari 1949 treden ze in het huwelijk, de deuren
van de kerk worden uit veiligheid afgesloten. Jean Lenartoswki, de Poolse
echtgenoot van Marie-Louise met een functie in Frameries, is getuige tijdens de
huwelijksplechtigheid.
Het huwelijk wordt
ingezegend door pastoor Pil
Familiefoto op de
huwelijksdag, zittend links van Willi Mathias, Alice Stragier, rechts van
Francine, haar vader Adolf Vansteenkiste. De drie zusters achter het koppel
v.l.n.r.: André en Rosa Behaeghe-Vansteenkiste, Jean en Marie-Louise
Lenartowski-Vansteenkiste en Marcel en Margaretha Debeuf-Vansteenkiste.
Het koppel vestigt zich in het ouderlijk huis
in de Roeselarestraat en Willi vindt, na het ongezonde werk in de mijnen, op
een boogscheut van zijn woning, op de hoek van de Roeselare- en
Nachtegaalstraat, werk bij smid en stovenhandelaar Adhemar De Keyzer, die
beroepshalve veel contacten heeft in Duitsland. De talenkennis en de
administratieve kwaliteiten van Willi Mathias komen als geroepen.
Willi Mathias[5]
behoudt zijn Duitse nationaliteit tot aan zijn dood in 2001.
[1]
Gedeeltelijk gebaseerd op bepaalde fragmenten uit het boek “De Wieg van WO II – Oorlogskinderen op de as
Brussel-Berlijn” van Gerlinda Swillen – VUB Press – 2016.
[2]
Overleden te Wevelgem op 18 januari 1963.
[3]
Overleden te Wevelgem op 15 december 1969.
[4]
Gelegen naast de bakkerij Vanlede, later werd de woning verbouwd tot twee
woningen.
[5]
Ik herinner me Willi Mathias als een vriendelijke, sympathieke man, goed
geïntegreerd op de Wijnberghoek. Met zijn sappig Duits-Wevelgems accent kwam
hij af en toe een broodje kopen bij ons in de bakkerij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten