Meulebeke: oorlogsburgemeester
Valère Decoster
Via Meulebeke.be vernemen we dat
landbouwer Remi Danneels[1] burgemeester van Meulebeke
is in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog, van 1927 tot 1938. Twee maal
wordt hij tot burgemeester verkozen dankzij stemmen vanuit de oppositie.
Ook na de verkiezingen van 1938 geraakt men
het niet eens omtrent de voordracht van een burgemeester zodat die nog steeds
ontbreekt als de oorlog uitbreekt op 10 mei 1940. Schepen Victor Serroels[2] handelt als waarnemend
burgemeester maar het is brouwer Henri Goethals[3]
die uiteindelijk de sjerp omgordt.
Henri Goethals wordt bij besluit van 3
oktober 1940 benoemd tot burgemeester en bij besluit van 26 november 1942 in
zijn functie afgezet door de Duitsers. Na de bevrijding wordt hij opnieuw burgemeester,
tot in 1959.
In plaats van Goethals wordt, bij besluit van
27 november 1942, juwelier en VNV-raadslid Valère Decoster[4],
geboren te Moerbeke-Waas op 7 augustus 1894, aangesteld als
oorlogsburgemeester.
Bij de bevrijding moet Decoster Meulebeke
ontvluchten en op 19 juli 1946 wordt hij door de Krijgsraad te Kortrijk
veroordeeld tot vijf jaar gewone hechtenis met de eraan verbonden levenslange
ontzetting der bij artikel 123sexies van het strafwetboek voorziene rechten,
wegens vijandelijke politiek en verklikking.
Het Kortrijksch Handelsblad geeft in de editie van 13
augustus 1946 verslag van zijn proces voor de krijgsraad:
“Vóór den Krijgsraad van
Kortrijk verscheen Decoster Valère, geboren te Moerbeke, den 7 Augustus 1894,
juwelier, wonende sectie V, 4-bis, te Meulebeke.
Betichte werd in 1938 lid van
het VNV, en tijdens de bezetting werd hij aangesteld als afdeelingsleider van
het VNV, afdeeling Meulebeke.
Op het einde van het jaar 1942
werd hij, op voorstel van de leiding van het VNV tot burgemeester der gemeente
Meulebeke aangesteld.
Hij stelde zich van dit
oogenblik af volledig ten dienste van den bezetter en bestuurde deze
belangrijke gemeente onder toezicht en onder leiding van het VNV.
Tevens wordt hij ervan
beschuldigd de genaamden Dendoncker Leopold, notaris Devos Petrus en Dufour
Georges, leider van de Witte Brigade te Meulebeke aan den vijand verklikt te
hebben.
Het getuigenverhoor.
Roland Remi, schepen te Meulebeke,
geeft een omstandig verslag over de houding van beklaagde.
Politie-commissaris h. Cyriel
Dedeurwaerder, uit Meulebeke, verklaart dat betichte afdeelingsleider was van
het VNV en zet verder het verslag van het gedane onderzoek uiteen.
Volgt dan getuige Vaneenooghe
Gerard, die heel zacht en voor ons onhoorbaar, zijn bevindingen aan den
Krijgsraad uiteenzet.
Dendoncker Leopold werd in
September 1941 bij de feldgendarmerie geroepen en aangehouden.
Hij werd verklikt, zoo
verklaart hij, door Decoster. Getuige heeft aan de Feldgendarmen 5000 fr. in
natura gegeven om hen te doen zeggen wie hem eigenlijk verklikt had.
Notaris Devos verklaart dat
hij in Mei 1944 met Decoster allerhande last heeft gehad en zoowel op
lichamelijk als op financieel gebied heeft hij ontelbare moeilijkheden
doorstaan.
Decoster, als burgemeester,
maakte misbruik van zijn gezag. Verder werd zijn zaak in de handen der
Duitschers gegeven en getuige werd zelfs door Decoster met gevangenschap
bedreigd. Decoster zegde toen: “Wij hebben hem nu vast, we gaan hem nu eens
kraken!”
Dufour Georges verbleef in de
omstreken van Laon en werd als leider der Witte Brigade verklikt, doch
verklaart nu dat hij niet weet door wie.
Als getuigen ten ontlaste
verschijnen: Goethals Emiel, bureeloverste op het Gemeentehuis te Meulebeke, en
Defraeye Albert, boekhouder, beheerder van het bosch te Meulebeke. Hij werd
door de gemeente opgeëischt, om in het bosch te gaan werken.
Ten slotte zegt getuige dat
Decoster aan den notaris niet de minste schade heeft berokkend.
Het rekwisitorium.
Krijgsauditeur spreekt
vervolgens een streng rekwisitorium uit en betoogt dat verdachte steeds een
groote rol heeft gespeeld in de politiek ten dienste van den vijand.
Indien Decoster als minder
intellektueel het ambt van burgemeester heeft waargenomen, mag toch gezegd dat
hij eigenhandig gehandeld heeft in vele zaken en alles gedaan heeft om de
politiek van den vijand in de hand te werken. Voor de politiek en het kwaad dat
hij berokkend heeft, alsook voor de verklikkingen, die hier bewezen zijn,
vordert hij dan ook zeven jaar gewone hechtenis.
De verdediging.
Meester Willems, uit Brugge,
zegt dat Decoster geen Meulebekenaar is en door de omstandigheden na den oorlog
1914-18 de gemeente Meulebeke is komen bewonen. Hij is oud-strijder 1914-18,
die 44 maanden aan het front gestaan heeft en geknakt en gebroken uit den
oorlog is gekomen. Hij is een oud VNV-er en is toevallig in het VNV terecht
gekomen langs de VOS in 1938, daar hij in de nabijheid woonde van een reeks
schoolmeesters, onder andere Decavele, Hautekiet, Dejonghe Albert, enz.
waardoor hij onder hun invloed is komen te staan.
Op zeker oogenblik valt
Mijnheer Goethals onder de toepassing van de Duitsche verordening, omdat hij de
ouderdomsgrens had bereikt. Er waren toen twee kandidaten, namelijk Dejonghe en
Commeyne, die zich voorstelden om burgemeester te worden.
Wegens zijn goed karakter, en
op aandringen van vrienden werd Decoster tot burgemeester van Meulebeke
aangesteld en is dan voortdurend onder den invloed gebleven van voornoemde
personen.
Als VNV-burgemeester heeft hij
steeds de belangen der gemeente in het oog gehad. De 700.000 frank die
opgehaald zijn geworden zijn in de kas gekomen van Winterhulp. Burgemeester
Goethals heeft steeds gezegd dat Decoster “fair” is geweest.
Dufour werd niet door
beklaagde verklikt, maar werd reeds langen tijd opgezocht door de G.F.P. Ook
Dendoncker kan hij niet verklikt hebben, want hij was in Frankrijk. Decoster
heeft gefaald als politiek man, doch te Meulebeke heeft hij als burgemeester den
nood der bevolking tijdens de bezetting gelenigd. Zijn juwelierswinkel werd bij
de bevrijding geplunderd, zoodat hij nu bijna op het zand zit.
Zijn tweede verdediger betoogt
dat in gansch deze zaak een zekere animositeit heerscht en haalt vervolgens tal
van personen aan, die verdachtmakingen hebben geuit tegen Decoster, die
achteraf zijn weggevallen.
Als burgemeester heeft hij de
menschen geholpen, zooveel hij maar kon. Talrijke brieven heeft hij geschreven
om tusschen te komen bij de Duitschers en veel medeburgers heeft hij uit het
gevang gered.
Geen enkel persoon heeft hij
afgezet, zelfs heeft hij verschillende personen benoemd, die niet tot het VNV
behoorden.
Tot het laatste oogenblik is
hij op zijn post gebleven en bij Winterhulp heeft hij ontzaglijk veel goed gedaan.
Ten slotte weerlegt pleiter de
verklikkingen van Dufour, Dendoncker en Devos.
Veroordeeld tot 5 jaar gewone
hechtenis en levenslange ontzegging van alle rechten.”.
Bij arrest van het Hof van Beroep van Gent
van 16 december 1969 bekomt hij eerherstel en opnieuw al zijn burgerrechten.
Valère Decoster (foto: archief MLV)
In plaats van schepen Serroels wordt, bij
besluit van 21 mei 1943, zaakwaarnemer Joseph Blaton, geboren te Meulebeke op 4
september 1892, aangeduid om het ambt van oorlogsschepen waar te nemen.
De Krijgsraad te Kortrijk veroordeelt Blaton
op 20 oktober 1945 tot een gevangenisstraf van twee jaar en levenslange
ontzetting van de rechten bedoeld bij artikel 123sexies van het strafwetboek
wegens lidmaatschap van het V.N.V., het colporteren van de Nationaal Socialist
en het aanvaarden van het ambt van schepen in vervanging van een op rust
gesteld schepen die de ouderdomsgrens van 60 jaar nog niet bereikt had. Hij
komt voorlopig vrij op 28 augustus 1946 en overlijdt te Waregem in 1967.
De echtgenote van Blaton, Jenny Gassesmet,
geboren te Brugge op 15 oktober 1897, wordt zwaarder gestraft. De Krijgsraad te
Kortrijk veroordeelt haar op 26 december 1945 tot vier jaar gevangenis wegens
het verklikken van een aantal personen, o.a. burgemeester Henri Goethals.
Een citaat uit haar dossier betreffende deze
vermeende verklikking:
“In September 1941 werd door Gassesmet Jenny aan
burgemeester Goethals gesproken over een aardappelkwestie. Tijdens de
woordenwisseling die daarover tussen beide personen ontstond werd de
burgemeester door haar beschuldigd van sabotage. Enkele dagen later werd de
burgemeester geroepen op de Kreiskommandantur te Roeselare, waar hem bevolen
werd zijn ontslag in te dienen als burgemeester om reden dat hij geen
maatregelen genomen had tegen de saboteurs inzake aardappelenleveringen.
Dezelfde feiten als deze hem enkele dagen voordien door Gassesmet ten laste
gelegd, werden daar herhaald. Enkele dagen later ontving burgemeester Goethals
een schrijven van de dd. Goeverneur Bulckaert, die hem o.m. dezelfde feiten ten
laste legde; tengevolge van deze feiten werd Goethals als burgemeester uit zijn
ambt ontslagen.”
[1]
Geboren te Meulebeke op 4 december
1865 en overleden te Tielt op 1 maart 1940.
[2]
Bij besluit van 20 mei 1943 wordt
aan Victor Serroels ontslag “verleend” uit zijn ambt van schepen.
[3]
Geboren te Meulebeke op 25 oktober
1882 en er overleden op 11 mei 1959.
[4] Overleden op 9 augustus 1973 te Roeselare.