Posts tonen met het label Jules Chambart. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Jules Chambart. Alle posts tonen

zondag 4 december 2022

Wevelgemse weerstanders, al dan niet erkend of miskend ...

Germain Allaert

Vlashandelaar Germain Allaert wordt geboren te Wevelgem op 25 april 1897 als zoon van Julianus en Sylvie Delbeke en groeit op in de Roeselarestraat 17A te Wevelgem.

Als milicien van de klasse 1919 wordt hij op 1 maart 1922 door het ministerie van landsverdediging afgedankt om medisch redenen.

Hij huwt met Irena Vandevenne en wordt vader van vijf kinderen.

Over zijn activiteit als vlashandelaar lezen we het volgende in een verslag van het ministerie van wederopbouw - statuut der Burgerlijke Weerstanders:

"Ingevolge P.S. van de heer Politiecommissaris te Wevelgem in dato 14/12/45 nr. 634 blijkt:

Dat de houding van belanghebbende gedurende de bezetting onberispelijk is geweest;

Dat hij tot in het jaar 1942 handel dreef te samen met zijn broeder ALLAERT Michel, geboren te Wevelgem de 3/5/96 en er wonende Nieuwstraat, 123.

Volgens de gegevens der boeken is de bedrijvigheid van hun handel geweest als volgt:

In 1938 en 1939 hebben zij ieder jaar ongeveer 400.000 Kgr. ruw vlas verwerkt en werden er bij hen ongeveer 23 man tewerkgesteld.

In 1940 hebben zij van Augustus tot December niet gewerkt.

In 1941 ook niets. In 1942 hebben zij te samen ongeveer 300.000 Kgr. vlas verwerkt met een personeel van 18 man.

Op het einde van 1942 zijn zij door ruzie gescheiden en heeft ieder der gebroeders op hun eigen gewerkt.

In 1943 heeft belanghebbende ongeveer 180.000 Kgr. vlas verwerkt met ongeveer 10 man en in 1944 ongeveer 250.000 Kgr. met 18 à 20 man.

Hij heeft nooit geen gezwingeld vlas rechtstreeks aan de bezetter geleverd doch heeft op bevel vlas moeten leveren aan de textielcentrale. Het is evenmin bekend dat hij Duits vlas zou ontvangen of verwerkt hebben."

Op 11 augustus 1949 wordt hem het statuut van Gewapend Weerstander toegekend voor de periode van 17 december 1942 tot 12 september 1944.

Op 20 april 1950 verklaart Germain Allaert aan de politie het volgende:

"Ik heb gedurende de bezetting hiernavolgende werkweigeraars tewerkgesteld: Defraye Marcel, Kweekstraat, Wevelgem, Vervisch André en Roger, Roeselaresteenweg, Moorsele, Debacker Marcel, Rekkemstraat te Menen, Knockaert Joseph uit Gullegem, Vanooteghem Albert Gullegem, Vandamme André, Kapellestraat, Wevelgem, Vermeiren André, Goudbergstraat, Wevelgem, Masselis Omer, Menenstraat, Wevelgem, Vanderplancke André, Gullegemstraat, Wevelgem, Vanderplancke Achille, Handboogstraat, Wevelgem.

Ik deed deze werkweigeraars werken in verscheidene afgelegen plaatsen waar ze veilig waren. Ik heb deze personen tewerkgesteld vanaf het ogenblik dat zij gedwongen naar Duitsland te vertrekken, namelijk van April 1943 tot het einde der bezetting. Ik heb er nog drie van deze personen naar Normandie in Frankrijk gestuurd omdat zij hier absoluut niet meer veilig waren en deze waren: Defraye Marcel uit Wevelgem en de gebroeders André en Roger Vervisch uit Moorsele.

Gedurende de bezetting heb ik geldelijke steun verleend aan de plaatselijke weerstandsbeweging O.F. Deze steun bestond gewoonlijk in ene som van 500 franken ineens doch het is mij onmogelijk te bepalen wanneer ik daarmede begonnen ben en hoeveel maal ik zulkdanige sommen gegeven heb. Ik gaf dit steungeld af aan Carlos Verhaest en ik geloof, alhoewel ik het niet meer met juistheid kan zeggen, dat ik ook nog steungeld gegeven heb aan Langedock Joseph.

Ik heb twee kostuums gegeven waaronder één gans nieuwe, die aangewend werden om ontsnapte Russische krijgsgevangenen van burgerkledij te voorzien. Ik heb deze afgegeven aan Verhaest Carlos. Er waren daar zekerlijk gevaren aan verbonden want bij ene eventuele aanhouding der krijgsgevangenen had men kunnen nagaan van waar deze klederen kwamen."

Uit onderzoek blijkt echter dat de verschillende personen die Germain Allaert beweert als werkweigeraar te hebben tewerkgesteld, in feite door hem niet werden tewerkgesteld om ze aan de verplichte arbeidsdienst te onttrekken.

Het statuut van Burgerlijk Weerstander (dossier 729.168) en tevens dat van Weerstander door de Sluikpers (dossier 607.263) worden hem niet toegekend, bij beslissing van respectievelijk 31 juli 1950 en van 20 november 1952.

Gabriël Amerlinck

Aan Gabriël Amerlinck, zoon van Florimond en Celina Verstraete, wordt op 23 juni 1948 het statuut van Gewapend Weerstander toegekend voor de periode van 1 maart 1944 tot 14 oktober 1944.

Zijn overlijdensbericht vermeldt het volgende:


Marcellin Berten

Aan beenhouwer Marcellin Berten, geboren te Wervik op 5 januari 1915, als zoon van Robert en Marie Louise Lecoutre en wonende in de Lauwestraat 31 te Wevelgem, wordt op 30 september 1948 het statuut van Gewapend Weerstander toegekend voor de periode van 12 mei 1944 tot 30 september 1944.

Marie José Burette

Aan onderwijzeres Marie José Burette, geboren te Wevelgem op 16 januari 1923, wordt op 23 juni 1948 het statuut van Gewapend Weerstander toegekend voor de periode van 28 februari 1944 tot 14 oktober 1944.

Marie José Burette

Op 8 april 1947 huwt ze Roger Lievens, geboren te Moorsele op 21 januari 1922.

Henri, Henriette en Gerard Catteeuw

Aan Henri Catteeuw, geboren te Wevelgem op 5 oktober 1899, gehuwd met Madeleine Degraeve en wonende in de Goudbergstraat 83, Wevelgem wordt op 23 juni 1948 de hoedanigheid van Gewapend Weerstander toegekend voor de periode van 1 januari 1944 tot 14 oktober 1944.

SM Henri Catteeuw 1919

Aan zijn dochter Henriette Catteeuw, geboren te Wevelgem op 17 april 1922 en er wonende in de Goudbergstraat 85, wordt op 4 oktober 1957 de hoedanigheid van Gewapend Weerstander toegekend voor de periode van 20 augustus 1943 tot 18 november 1944.

Aan zoon Gerard Catteeuw, geboren te Wevelgem op 24 april 1924, gehuwd met Simonne Matton en wonende in de Jan Breydelstraat 16, Wevelgem, wordt op 23 juni 1948 de hoedanigheid van Gewapend Weerstander toegekend voor de periode van 1 januari 1944 tot 14 oktober 1944.

Gerard Catteeuw

Jules Chambart 

Jules Remi Chambart wordt op 18 maart 1917 te Wevelgem geboren als zoon van Josephus en Martha Loosvelt. Hij woont in de Artoisstraat, is soldaat van de klasse 1937 en huwt met Agnes Devos.

Op 24 maart 1946 stuurt hij volgende brief naar de Prins Regent:

"Zeer Geachte Prins Regent,

Met deze neem ik de eerbiedige vrijheid U een schrijven te richten omtrent de vereering van personen op grond van hun activiteit tijdens de bezetting.

Mijn bedoeling is niet, de werkzaamheden en daden van sommige personen in twijfel te trekken, doch ik stel met veel verwondering vast, dat sommige personen vereerd zijn geweest met een of ander teeken, waarvan hun daden niet opwegen tegen datgene welke gepresteerd is geweest op gebied van weerstand in onze gemeente en dit door enkele kameraden.

Om Ued. een beeld te geven van wat er in onze gemeente gepresteerd werd wil ik Ued., hier een zeer kortbondig verslag geven.

De weerstandsbeweging werd in onze gemeente gesticht onder de naam van onafhankelijkheidsfront door den Heer Silverans Cyriel, onderwijzer  en mij zelf.. Dit in het jaar 1941 met een persoon die wij op dat oogenblik niet kenden doch welke ons in de bevrijdingsdagen bekent is geworden onder den naam van De Coninck Albert. Later kwamen wij in contact met den Heer Terfve, thans Kommunistisch volksvertegenwoordiger. De weerstandsbeweging nam van dag tot dag uitbreiding onafgezien de groote moeilijkheid hier op onze gemeente. Want inderdaad bij ons was een groot vliegplein aangelegd en het spreekt van zelf daar waar troepen gekazerneerd waren, was de bezetting zwaarder en lastiger. Trots al die moeilijkheden en alle gevaar welke eraan verbonden waren lukten wij erin een groep te vormen welke regelmatig sabotagedaden verrichtten. Gansch de bezetting door gaven wij een sluikblad uit getiteld de vlasser waarvan ik en mijn collega, meester Silverans, de bezielers en de verantwoordelijken waren. Dit allesging echter niet zonder moeilijkheden. Deportage gevang enz. enz. Altijd voortstrijdende lukten wij erin drie dagen voor de bevrijding klaar te staan met een negentig mannen uit onze gemeente om openlijk den strijd aan te vangen tegen den vijand. Strijd welke drie dagen duurde met zes slachtoffers.

Onze weerstandsbeweging hadden wij gesticht buiten en boven alle politiek, welke wij tot hiertoe getrouw zijn gebleven. Maar zooals iedereen weet is het onafhankelijkheidsfront gebruikt geweest om een bepaalde politieke partij bij te staan. Iets wat wij niet vermoedden bij de stichting. Slechts één doel hadden wij De Vijand buiten ons land. Van zoodra wij inzagen dat de weerstandsbeweging waartoe wij behoorden een uitgesproken politieke overtuiging had was het voor ons dubbel moeilijk in de zelfde lijn te strijden zooals wij het opgevat hadden.

Tengevolge daarvan besloten wij onze activiteit verder door te zetten zooals wij ze altijd gevoerd hadden t.t.z. buiten en boven alle politiek maar alleenlijk voor het vaderland te dienen.

Van daaruit kan misschien wel de oorzaak gevonden worden, waarbij het komt dat sommige personen werden vereerd en andere - met zelfde prestatie's en zelfs meer - niet werden voorgedragen zijn geweest door hun groepeering tot een bepaalde vereering..

Ik zou Ued., zeer geachte Prins Regent van Uw tijd berooven moest ik gansch onzen toestand uiteenzetten, maar ik ben toch zoo vrij Ued. te vragen ons geval aan een grondige overweging te willen onderwerpen en ons gebeurlijk in aanmerking te willen nemen voor de de talrijke diensten welke wij bewezen hebben aan ons Vaderland.

Hierbij de namen en adressen van de twee personen die de meest verantwoordelijkheid te dragen hadden en die het meest gestreden hebben zonder politiek doeleinden.

SILVERANS CYRIEL Onderwijzer Brugstraat 52 Wevelgem

CHAMBART JULES Secretaris Bond Moyson Artoishoek 87 Wevelgem

Mocht ik een gunstig gevolg aan mijn vraag zien komen zou ik ten zeerste dankbaar wezen.

In die verwachting, bied ik Ued. geachte Prins Regent, de verzekering mijner gevoelens van hoogachting."

Op 7 april 1948 wordt aan Jules Chambart het statuut van Gewapend Weerstander toegekend voor de periode van 20 augustus 1943 tot 14 oktober 1944.

Bij beslissing van 9 mei 1951 wordt hem de titel van Burgerlijk Weerstander niet toegekend aangezien hij meermaals verzocht werd en namelijk op 25.9.1950 en op 29.12.1950 de gegevens te verstrekken, die nodig zijn om de activiteit als burgerlijk weerstander, die hij doet gelden, te beoordelen, hierop niet is ingegaan en aldus in gebreke blijft de gegrondheid zijner aanvraag te bewijzen zoals vereist wordt bij artikel 9 van de besluitwet van 24 december 1946.

Ludovicus Daels

Aan Ludovicus Daels, geboren te Wevelgem op 10 januari 1909 en er wonende in de Kleine Paepestraat 74, wordt op 9 oktober 1948 het statuut van Gewapend Weerstander toegekend voor de periode van 20 juli 1942 tot 14 oktober 1944.

Aan de politie van Wevelgem verklaart hij in een PJ van 16 december 1950 het volgende:

"Ik ben erkend als gewapend weerstander en wat de burgerlijke weerstand aangaat, trek ik mijn aanvraag in en verlang niet als dusdanig erkend te worden."




IN OPMAAK