Dentergem:
oorlogsburgemeester Willem Gekiere
Om een zicht te krijgen op de politieke
situatie in Dentergem tijdens de Tweede Wereldoorlog beroepen we ons op het
heemkundig tijdschrift “De Roede van Tielt”[1]:
“De verkiezingen van 1938 beloofden voor het eerst na
17 jaar voor enige spanning te zorgen. Er waren opnieuw twee volledige
formaties in stelling gebracht. Van het negental dat de voorbije zes jaar
Dentergem had bestuurd, hadden schepen Arthur Vanoost en raadslid Camiel Devos
zich uit het politieke leven teruggetrokken. Ze werden op de lijst van
burgemeester Robert De Visscher vervangen door Basiel Decocker en Camiel
Desmet. Op de lijst die het duel met de burgemeester aanging, stonden negen
nieuwelingen die het Vlaams-nationalistische ideeëngoed hoog in het vaandel
droegen. Aangevoerd door Willem Gekiere poogden zij een bres te slaan in de
soliede De Visscher-vesting.
Op 16 oktober 1938 bleek dat de kiezers nog lang niet
uitgekeken waren op het gevoerde beleid. Hoewel De Visscher zelf met 316
naamstemmen heel wat terrein had prijsgegeven in vergelijking met de vorige verkiezingen
… was het vertrouwen van de kiezer in zijn lijst vrij algemeen …
Tegen dit resultaat was de nieuwe lijst niet
opgewassen: enkel Willem Gekiere en Marcel Keirsebilck overschreden de kaap van
de 100 naamstemmen. Het resterende zevental viel te zwak uit … Toch boekte deze
lijst één niet onbelangrijke overwinning: Willem Gekiere profiteerde als
lijsttrekker van de uitgebrachte kopstemmen en wist hiermee een zetel te
veroveren …
In tegenstelling tot de eerste wereldoorlog zorgde de
tweede wereldbrand wel voor een radicale kentering in het Dentergemse politieke
leven. Door een besluit van de Duitse overheid van 28 mei 1941 werd de
bevoegdheid van de gemeenteraad overgedragen aan het schepencollege. Robert De
Visscher, Arthur Dauw en Aloys Naessens kregen de weinig benijdenswaardige taak
het lokale beleid verder uit te stippelen. Niet voor lang echter … Bij besluit
van 4 november 1941 (B.S. van 7 november 1941) werd eerste schepen Arthur Dauw
uit zijn mandaat ontzet en vervangen, bij besluit van 5 november 1941, door
Willem Gekiere.
Ook burgemeester De Visscher en schepen Naessens
moesten de baan ruimen. Respectievelijk bij besluit van 21 mei 1942 en 5 juni
1942 werden ze “bedankt” voor bewezen diensten. Willem Gekiere werd, bij
besluit van 22 mei 1942, tot oorlogsburgemeester gepromoveerd en kreeg de steun
van de door de Duitsers aangestelde schepenen Marcel Keirsebilck en Roger
Valcke, respectievelijk bij besluit van 6 juni 1942 en van 18 juli 1942. Dit
drietal bestuurde Dentergem, onder het toezicht van de vijandelijke overheid,
tot begin september 1944 toen geallieerde troepen Dentergem bevrijdden.
In opdracht van de Belgische regering in ballingschap
dienden de door de Duitsers afgezette gemeenteraden onmiddellijk na de
bevrijding hun vertrouwde functies terug op te nemen. Op Willem Gekiere na, die
om begrijpelijke redenen de zittingen moeilijk nog kon bijwonen, waren alle
raadsleden zonder kleerscheuren doorheen de oorlogsjaren gekomen …
Na de wapenstilstand duurde het nog meer dan anderhalf
jaar vooraleer er opnieuw gemeenteraadsverkiezingen plaatsvonden. In deze
tussenperiode was eerste schepen Dauw in maart 1946 overleden …
De eerste na-oorlogs verkiezingen leidden tot een
nooit geziene campagne waarbij de meest slinkse propaganda zonder scrupules werd
aangewend. Al of niet vermeende oorlogs(mis)daden werden in het lang en in het
breed op talloze folders uitgesmeerd, tot het walgelijke toe. Om oude wonden
niet opnieuw open te scheuren, treden we hier niet in details. Voor Robert De
Visscher, die op 8 september 1944 nog stoetsgewijze naar het gemeentehuis was
geleid waar een enthousiaste menigte hem de burgemeesterssjerp zag omgorden,
werd het allemaal teveel. Hij diende vrijwillig ontslag als burgervader in. Op
30 oktober 1946, enkele dagen voor de verkiezingen, werd dit ontslag in het
Staatsblad gepubliceerd, waardoor Aloys Naessens als eerste schepen,
dienstdoend burgemeester werd.”
Willem Gekiere wordt bij vonnis van de
Krijgsraad te Kortrijk van 4 juni 1945 veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee
jaar, met de eraan verbonden levenslange ontzetting van bepaalde rechten.
Bij arrest van het Krijgshof te Gent op 3
oktober 1945 wordt de gevangenis op drie jaar gebracht.
Willem Gekiere (Verzameling A. Maes)
In zijn genadedossier worden op 6 februari
1946 de feiten uiteengezet die tot zijn veroordeling hebben geleid:
“Veroordeelde werd lid van het V.N.V. in 1930. Omtrent
1935 of 1936 werd een afdeeling van het V.N.V. te Dentergem opgericht.
Veroordeelde werd er leider benoemd en behield deze functie tot 1941 wanneer
hij ontslag nam. In november van dit jaar werd hij tot schepen van de gemeente
Dentergem aangesteld en in April of in Mei 1942 tot burgemeester aangesteld in
vervanging van de wettige titularis. Dit ambt bekleedde hij tot aan de bevrijding.
Een getuige, Desender Gerard, beschuldigt hem van verklikking aan den vijand.
Laatstgenoemde zou door toedoen van Gekiere zeven maanden in de gevangenis zijn
opgesloten.
De houding van veroordeelde was volkomen
anti-Belgisch. Hij verbrandde in het openbaar een nationale Belgische vlag en
was daarenboven lid der Zwarte Brigade waarvan hij het uniform droeg.”
In het dossier lezen we ook dat de feiten
door zijn raadsman en echtgenote, Julia Claeys, ontkend worden en afgedaan
worden als afrekeningen en valse beschuldigingen in een sfeer die de
dorpspolitiek eigen kan zijn.
Raadsheer Robert Delwiche verwoordt het op 8
januari 1946 als volgt in een brief gericht aan Prins Karel:
“Les affirmations de ses détracteurs ont été reconnues
mensongères jusqu’aucune d’entre elles ne fut retenue. Ses détracteurs tels que
Desender et Lampaert sont de moralité et de mentalité douteuses. Le Conseil et
après lui la Cour Militaire en ont certainement été frappés puisqu’ils n’ont
retenu aucune de leur accusations.”
Op 1 augustus 1947 wordt Willem Gekiere
voorwaardelijk in vrijheid gesteld. Hij overlijdt te Dentergem op 20 januari
1966.
[1]
“De roede van Tielt”, Jaargang 19 nr. 2-3, april – september 1988, “Gemeenteraadsleden,
schepenen en burgemeesters in Dentergem 1795-1977” – Eric Bekaert, bladz.
42-106.