zondag 4 december 2022

Kortrijk: stadssecretaris Louis Desmet blijft op post

 

Kortrijk: stadssecretaris Louis Desmet blijft op post

 

Louis Desmet, geboren te Lichtervelde op 17 augustus 1899 en wonende te Kortrijk, Diksmuidekaai 7, blijft op zijn vooroorlogse post – hij is stadssecretaris sedert 1 april 1939 -  gedurende de ganse bezetting.

Vóór de oorlog is hij lid van het V.N.V. en in 1940 wordt hij ook lid van DeVlag, waarvan hij later celleider voor Kortrijk en gewestleider “Leieland” wordt.

1942 - Bron: Kortrijk tijdens de 2e Wereldoorlog - deel 2 - José Vanbossele

Bij de bevrijding, begin september 1944, vlucht hij met zijn gezin[1] naar Duitsland, waar zijn zoon Hendrik zich inlijft bij de SS-Freiwilligen-Division-Langemarck.

Bij zijn terugkeer uit Duitsland op 8 mei 1945 is hij het slachtoffer van de straatrepressie. De fysiek gehandicapte Louis Desmet wordt met een koord om de hals achter een auto over de grond gesleept van het station tot op de Grote Markt, waar hij bij het monument voor de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog door de joelende menigte op de knieën gedwongen wordt. Hij wordt er verplicht om vergiffenis te smeken en zijn excuses aan te bieden.

In verschillende interviews, o.a. in Humo van 1998, beweert schrijver Hugo Claus dat hij als zestienjarige getuige was geweest van dit gruwelijk spektakel:

“Ik heb toen geleerd dat de grote massa per definitie groot ongelijk kan hebben.”

“Op een open vrachtwagen werden mensen het plein opgereden die verdacht werden van collaboratie. Daaronder waren er die ik kende en die de oorlog alleen maar geprobeerd hadden te overleven. Ze werden van de wagen gerukt, geschopt, geslagen en gelyncht. De secretaris van de stad die zijn benen onder zijn gat vandaan had gelopen om anderen te helpen, werd gedwongen het standbeeld te kussen voor de gevallenen uit de oorlog ’14-’18. Waarna een vrouw hem op zijn hoofd stampte en zijn gezicht vermorzelde op het steen.”

 


Bron: Beeldbank stad Kortrijk (foto boven) – Kortrijksch Handelsblad van 16 mei 1945 (foto onder).

Desmet overleeft deze morbide foltering en wordt na deze vernederende publieke behandeling opgesloten in het interneringskamp De Wikings, waar hij onmiddellijk met maagbloedingen wordt doorgestuurd naar het ziekenhuis.

Op 16 juli 1947 wordt Desmet door de krijgsraad tot 20 jaar buitengewone hechtenis veroordeeld. Het krijgshof vermindert die straf tot 15 jaar op 21 oktober 1947 en op 6 mei 1964 wordt hem door het Hof van Beroep te Brussel eerherstel verleend.

Louis Desmet sterft te Mol op 6 maart 1978.

Zijn zoon Hendrik verschijnt op 4 mei 1946 voor de krijgsraad van Kortrijk. Het Kortrijksch Handelsblad van 7 juni 1946 doet verslag van zijn proces:

“Desmet Hendrik, geboren te Izegem, den 9 Oktober 1926, wonende Diksmuidekaai, 7, te Kortrijk, zoon van Louis Desmet, gewezen stadssecretaris van Kortrijk, was student aan het Sint-Amandscollege bij het uitbreken van den oorlog.

Reeds in Augustus 1940 ondernam hij een reis naar Duitschland en liet zich begin Augustus 1944 aanwerven bij de Waffen SS, doch werd niet aanvaard wegens zijn jeugdigen leeftijd.

Hij deed dit uit overtuiging en niet op aanraden van zijn vader.

Op 28 September 1944 hernieuwde hij zijn aanvraag voor de tweede maal, te Luneburg; werd goedgekeurd, en ontving zijn militaire opleiding te Ellwagen; legde den eed van trouw aan den Führer af, werd op het Oostfront ingezet, en ten slotte door de Amerikanen gevangen genomen.

Verdachte was ook lid van De Vlag en van de NSJV en colporteerde met de “Nationaal-Socialist”. Hij ontkent deel uitgemaakt te hebben van de Hitlerjeugd.

Zijn verdediger brengt in, dat hij op 13-jarigen ouderdom student was aan het St-Amandscollege te Kortrijk, in de 5e Latijnsche klas, bij het uitbreken van den oorlog.

In 1940 was hij lid van de Katholieke Actie, gaat van daar over naar de NSJV en trekt er dan uit wegens zekere kleingeestigheid welke heerschte bij de NSJV.

In Juli 1944 heeft hij zich tijdens de bombardementen op onze stad moedig gedragen; hij maakte deel uit van het Ontmijningsbataljon van Majoor Samyn.

Verschillende menschen heeft hij uit de ingestorte kelders geholpen en tijdbommen ontladen.

Zijn pleegbroeder Karel, Elzasser van nationaliteit, werd opgeroepen voor den legerdienst en werd ziek; werd dan in 1944 medegenomen met zijn vader naar Duitschland en wordt er bij de Duitsche Waffen SS ingelijfd.

Toevallig gewond door een obus, werd er ziek en gevangen genomen. Na de kapitulatie van Duitschland komt deze jongen naar Kortrijk terug, vindt er niemand meer en het eerste geschenk dat hij krijgt als hij in het station aanlandt, is een formidabele rammeling en dit na nochtans veel te hebben beleefd, want hij werd in beestenwagens opgesloten en heeft vele ontberingen gekend.

Hetgeen door hem misdaan is geworden, kan hem niet toegeschreven worden, daar zijn daden onder moreelen dwang zijn geschied. Die verantwoordelijkheid kan hem niet ten laste gelegd worden.

Ten slotte vraagt de verdediger de vrijspraak.

Als hij niet uit dit midden vertrekt, aldus pleiter, waar hij voor het oogenblik in vertoeft, dan gaat hij volstrekt ten onder, want herhaaldelijk valt hij in zenuwkrisissen. Hij zal hysteriek worden. Reeds zes weken heeft hij in een psychiatrische afdeeling van Gent doorgebracht, en daar werd hij nooit onderzocht.

Deze jongen werd veroordeeld tot 7 jaar gewone hechtenis en levenslange ontzegging van alle rechten.

Vermelden wij nog dat tijdens de afhandeling van verder zaken, verdachte korten tijd nadien in een nabijgelegen vertrek opnieuw een zenuwkrisis had van zeer ergen aard.”

De straf van zeven jaar wordt op 6 augustus 1944 teruggebracht tot drie jaar door het krijgshof te Gent



[1] Louis Desmet was gehuwd met Simonne Verhamme.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten