Waregem: oorlogsburgemeester Joseph Van Heuverbeke
Burgemeester en landbouwer Joseph Verhelst,
geboren te Waregem op 11 januari 1867, heeft reeds de leeftijd van 73 jaar
bereikt als de oorlog uitbreekt. Hij zetelt vanaf 1895 onafgebroken in de
gemeenteraad tot aan zijn overlijden op 21 september 1943, als gemeenteraadslid,
schepen en burgemeester.
Een goeie twee jaar vóór zijn overlijden
wordt hem, bij besluit van 26 juli 1941 (B.S. van 27 juli 1941), ontslag
verleend uit zijn ambt van burgemeester.
Bij besluit van dezelfde datum wordt zijn
vervanger aangeduid, Joseph Van Heuverbeke, handelaar in breigoederen, geboren
te Waregem op 16 februari 1905 en er overleden op 29 oktober 1981.
Van Heuverbeke wordt veroordeeld door de
Krijgsraad van Kortrijk uit hoofde van:
- te Waregem of elders in België, tusschen 10 Mei
1940 en 29 Januari 1943, militair zijnde zich schuldig gemaakt te hebben
aan verraad om met kwaad opzet ’s vijands politiek of plannen in de hand
te hebben gewerkt namelijk als oorlogsburgemeester, lid van het VNV, door
het uithangen van foto’s van Staf Declercq, door propaganda voor het VAVV:
- te Waregem of elders in België tusschen 29
januari 1943 en 5 september 1944, militair zijnde, zich schuldig gemaakt
te hebben aan verraad om als VNV-oorlogsburgemeester, lid van het VNV,
door hulp bij het propaganda-schilderen op straat, bij het opmaken van de
lijst voor de spoorwegwacht wetens ’s vijands politiek of oogmerken te
hebben gediend;
- als persoon met een openbaren dienst belast,
stukken of roerende voorwerpen welke hij uit kracht, hetzij uit reden van
zijn bediening in zijn handen waren, verduisterd te hebben, namelijk een
gedeeltelijke lijst van VNV-leden.
Een week na zijn veroordeling op 17 mei 1946
richt hij op 24 mei 1946 een brief aan Prins Karel:
“Ik neem de eerbiedige vrijheid mij tot uwe Koninklijke
Hoogheid te wenden ten einde genade te verzoeken voor de gevangenisstraf van
dertien maand en een geldboete van 7.000 frank die mij werd opgelegd door de
Krijgsraad van Kortrijk in data van 17 Mei 1946.
Gedurende den oorlog heb ik het ambt van burgemeester
aanvaard om een kandidaat van de Kommandantur te weren, die in Waregem erg
gevreesd was door iedereen, dit ambt heb ik na veel aarzelen aanvaard op
aanraden van oud-burgemeester Hr Verhelst, die wegens ouderdomsgrens uit zijn
ambt werd ontheven. Als echte Waregemnaar en van goede familie die de bevolking
goed kende heb ik gedurende die moeilijke bezettingsjaren steeds iedereen
geholpen met raad en daad.
Talrijke personen die werkverplicht waren heb ik door
mijn tusschenkomst kunnen uit den nood helpen; veertien meisjes die aangehouden
waren werden door mijn kranig optreden vrijgelaten, een persoon van meer dan
vijftig jaar aangehouden door de Feldgendarmen heb ik door een valsche
verklaring kunnen uit hun klauwen redden. Verscheidene landbouwerszonen heb ik
door middel van valsche teeltplannen kunnen onttrekken aan de Werbestelle.
Boerenhulp aan Stadskinderen vond in mij een trouwe en
goede helper, meer dan honderd kinders zijn door mijn toedoen en tusschenkomst
kunnen geplaatst worden. Ikzelf heb daarin het voorbeeld gegeven, door bij mij
een Antwerpsch meisje op te nemen gedurende drie jaren. Zelfs in 1945 is er nog
een Antwerpsche weesjongen bijgekomen, daar niemand deze jongen wilde
aanvaarden.
Gedurende gansch den oorlog heb ik steeds loyaal
samengewerkt met het Schepencollege en de C.O.O. en mijn bijzonderste doel was
de bevoorrading van onze dierbare gemeente en ik denk er in geslaagd te zijn,
iedereen kan dat getuigen zoowel landbouwers als werklieden en burgers, want
dag en nacht stond ik in de weer om bij te springen waar het nodig was.
Ook kan ik U melden dat er geen enkele politieke
gevangene geweest is in onze gemeente.
Bij de bevrijding is er dan ook niets aan mijn persoon
en mijn huis gebeurd en werd ik door niemand lastig gevallen, ook is er niet de
minste opspraak geweest. Na enkele dagen werd ik door de Weerstand ontboden mij
te gaan aanmelden en daar ik aan de nieren lijdende was en een crisis en een
crisis kreeg werd ik terug naar huis gevoerd en onder huisarrest gezet. In
April 1945 ben ik dan geïnterneerd geworden te Kortrijk tot 6 October, waarna
ik weer onder huisarrest kwam wegens mijn nierziekte. Zoodat ik zes maand
geïnterneerd ben geweest en meer dan een jaar onder huisarrest, waarschijnlijk
zou een nieuwe opsluiting mijn toestand kunnen verergeren.
Daar ik door de Krijgsraad maar tot een kleine
princiepstraf veroordeeld ben geworden, ben ik dan ook overtuigd dat alhoewel
ik kleine fouten heb bedreven, toch al het mogelijke heb gedaan in dienst van
de bevolking en dat Ued een ruime toepassing zult geven aan mijn genadeverzoek.
Ik heb de eer te zijn van uwe Koninklijke Hoogheid, de
zeer eerbiedige en onderdanige dienaar.”
Op 5 mei 2006 plaatst blog.seniorennet.be/wareber2
het volgende bericht:
“De Waregemse gemeenteraad heeft uiteindelijk de
straatnaamgeving voor oorlogsburgemeester Joseph Van Heuverbeke (1905-1981)
niet weerhouden. Een oorlogsburgemeester ligt blijkbaar ruim 60 jaar na datum
erg gevoelig en hierbij worden de omstandigheden of daadwerkelijke invulling
van die moeilijke functie veelal over het hoofd gezien.
Joseph Van Heuverbeke was de zoon van een timmerman
van de bekende winkel Den Ooievaar in de Stormestraat. Hij was regent, maar
werd “schrijver” bij de firma Van Gheluwe. Van huize uit was hij inderdaad
Vlaamsgezind en als student al aanhanger van het VNV, maar dan als
intellectueel en idealist. Hij was spelend lid van Pogen. Van Heuverbeke was
van het sociaal type, een volksvriend en misschien was dat de reden dat de
vorige burgemeester Verhelst hem in 1941 voordroeg als zijn opvolger en hij
eigenlijk vrij algemeen werd aanvaard. Schepenen en notabelen steunden zijn
kandidatuur. Zelf was hij geen kandidaat voor die functie, maar heeft dit
mandaat naar bestvermogen voor alle Waregemnaars proberen te vervullen.
Na de oorlog werd hij aangehouden, net als schepen
August Cras[1]
en toneelschrijver Willem Putman. Hij werd echter later door het gerecht in ere
hersteld. Na de oorlog zette hij “filosofisch” zijn burgerleven verder in zijn
gezin, zijn zaak en in het sociaal leven. Een duidelijk bewijs van zijn
verdiensten was zijn glansrijke verkiezing op 12 oktober 1958 als raadslid met
1088 voorkeurstemmen. Hij zetelde in de gemeenteraad van 1959 tot 1964. Hij was
lange tijd voorzitter van Helpt Elkander en hielp samen met Oscar Kint vele
mensen aan een sociale woning. Het eerherstel kwam er ook al bij het
stadsbestuur en zijn portret in de galerij van Waregemse burgemeesters op het
stadhuis is daar een sprekend bewijs van. Hoe we de plotse oprisping door de
nieuwe generatie in de gemeenteraad hierbij kunnen inpassen is ons een
raadsel.”
Waregem kent niet enkel een
burgemeesterswissel, ook een schepen wordt tijdens de bezetting vervangen.
Bij besluit van 15 mei 1942 (B.S. van 17 mei
1942) wordt aan Omer Pottie[2] ontslag verleend uit zijn
functie van schepen. Hij wordt vervangen door A. Pauwels, die aangeduid wordt
bij besluit van 16 mei 1942 (B.S. van 17 mei 1942).