Posts tonen met het label Pareit. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Pareit. Alle posts tonen

zondag 4 december 2022

Albert Herreman wordt oorlogsburgemeester te Moorsele

 

Albert Herreman wordt oorlogsburgemeester te Moorsele

 

Oscar Pareit[1], een katholiek, maar eerder van liberale strekking, is burgemeester van Moorsele van 1921 tot 1953.

De verkiezingen van eind 1938 bezorgen de lijst van Pareit, een samensmelting van ACW-ers, boeren en middenstanders, negen zetels van de elf. De twee overige zetels gaan naar de socialisten[2].

Vanaf april 1941 zijn alle werkzaamheden van de gemeenteraden verboden voor de duur van de oorlog.

Bij besluit van 12 september 1941 (B.S. van 18 september 1941) wordt aan schepen Jules Vandamme[3], op zijn verzoek, ontslag verleend uit zijn ambt. Hij wordt vervangen door V. Vandamme, aangeduid bij besluit van 16 september 1941 (B.S. van 18 september 1941).

Bij besluit van 3 september 1942 (B.S. van 6 september 1942) wordt aan burgemeester Pareit ontslag uit zijn ambt verleend. Hij wordt vervangen door Albert Herreman, die aangeduid wordt om het ambt van burgemeester waar te nemen bij besluit van 4 september 1942 (B.S. van 6 september 1942).

Oorlogsburgemeester Albert Herreman

Op de achtergrond tussen de soldaten is Albert Herreman te zien. De foto dateert van woensdag 2 juni 1943 bij de begrafenis van de US piloot Lt. Pat Williams. Die was op maandag 31 mei 1943 te Moorsele met zijn P45 Thunderbolt neergestort nabij de hoeve Persijn (Ter Coutere). In 1946 werd hij herbegraven te Epinal in Frankrijk. Dit verhaal vertelt Lothair Vanoverbeke in zijn boek “Moorsele, één dorp, twee vliegvelden” uit 1993.

Aan schepen Maurice Debouck[4] wordt bij besluit van 30 juni 1943 (B.S. van 4 juli 1943) eveneens ontslag uit zijn ambt verleend. Hij wordt vervangen door Gerard Vantomme, die aangeduid wordt om het ambt van schepen waar te nemen bij besluit van 27 augustus 1943 (B.S. van 29 augustus 1943).

Oorlogsburgemeester Albert Herreman wordt op 24 oktober 1914 geboren te Elverdinge. Hij huwt op 9 mei 1936 met Adrienne Debree (05/01/1912 – 05/04/2001) en overlijdt op 6 maart 1983 te Antwerpen.

Volgens de “Lijst der kiezers Jaar 1938-1939 Afdeeling der Mannelijke Kiezers” (herziening 1937) was Albert Herreman fabriekswerker en woonde hij in Overheule 512.

Vanaf 8 september 1944 wordt hij geïnterneerd te Moorsele en vanaf 4 november 1944 in het kamp “Wikings” te Kortrijk, tot 11 oktober 1945, dag waarop hij in voorlopige vrijheid wordt gesteld.

Op 4 augustus 1945 richt Herreman een schrijven aan de Consultatieve Commissie te Kortrijk.

Zeer Geachte Heren,

Het is nu elf maanden dat ik geïnterneerd ben en tot nu toe is er voor mij nog niets gedaan geweest.

Mijn zaak is nog nooit voor de Commissie gekomen. Nu in de treurige omstandigheden waarin ik verkeer, richt ik mij tot U Mijne Heren opdat U mijn zaak zou ter harte nemen en de mogelijkheid onderzoeken of er mij geen voorloopige vrijheid of interneering te huis kan toegestaan worden.

Mijn vrouw is sedert 1939 toen ik gemobiliseerd was, ziek geworden … Ten titel van inlichtingen geef ik hier over mij persoonlijk eenige uitleg.

Ik werd den 1ste September 1939 gemobiliseerd, na negen maanden mobilisatie brak de oorlog uit, ik nam deel aan de gevechten aan het kanaal Brugge-Gent te Zomergem, ik ben altijd op post gebleven, wegens mijn goed gedrag werd ik van soldaat tot korporaal en vervolgens was ik reeds 3 maanden kandidaat sergeant, ik was ingelijfd bij de 9de Compagnie 22 linie Regiment onder bevel van Luitenant “Vanlancker, van Wetteren of Melle”. Sergeant “Carrette” mijn groepsoverste getuigd, hij woont te Heule. Tijdens de gevechten werd ik krijgsgevangen gemaakt en naar Duitsland gedeporteerd, na 8 maanden gevangenschap kwam ik naar België terug, was 3 maanden ziek en werkloos. Geheel den tijd van mijn afwezigheid was mijn vrouw ten laste van den Openbaren Onderstand, die ook tusschen kwam in de dokterskosten.

Na mijn genezing vervoegde ik mijn werk terug bij de Firma “Dewitte Lietaer” te Lauwe, ik won maar een kleine daguur en mocht nog niet dagelijks gaan werken. Vanaf mijn huwelijk in 1936 had ik mijn intrek genomen in een half huis van mijn ouders.

In mei 1942 door een onverschil gingen wij elders een huis betrekken, huis die ik bekwam door toedoen van den Hoofdonderwijzer C. Vanoverberghe. Toen ik daar woonde kwam hij mij dikwijls bezoeken, wetende dat ik armoede had en een zieke vrouw, hij bracht me dikwijls iets om wat de nood te lenigen.

Toen sprak hij mij over de plaats van burgemeester die open kwam, hij was naar een kandidaat gevraagd en kwam altijd maar aandringen bij mij. Ik weigerde. Hij liet uitschijnen dat ik door zijn toedoen het huis in huur gekregen had, hij spiegelde mij allerlij voordeelen voor oogen en ik zelf bang zijnde terug te moeten naar Duitsland gaan, zoo stemde ik tegen mijn wil in mijn kandidatuur te stellen (de wevers der firma werden opgeroepen om naar de Werbestelle te gaan).

Ik heb nooit aan politiek gedaan of in formatie gestaan, ik wist zelf niet wat V.N.V. was.

In September 1942 werd ik benoemd tot burgemeester der gemeente Moorsele, men maakte mij van Kortrijk uit lid van V.N.V. zonder dat ik ooit een inschrijving gedaan had. Alhoewel ik maar een eenvoudige werkman was, legde ik er mij speciaal op toe de menschen te helpen, bijzonder op sociaal gebied. De zieken, armen, gebrekkigen waren mijn vrienden, niemand beter dan ik had het aan den lijve gevoeld wat armoede en ziek zijn was (talrijke getuigschriften bewijzen zulks). Ik heb nooit echter meede gewerkt met het V.N.V., daar zij tegen mijn wil in mij lid gemaakt hadden.

Ik was goed bevriend met veele witte brigade mannen die ik allen goed kende, de leider der partisanen was mijn beste vriend. Ik heb veel menschen geholpen die in moeilijkheden zaten, met de bezetter, veele jongens konden hun vrijstelling bekomen dank zij de valsche getuigschriften die ik afleverde. Verscheidene Russische ontvluchte krijgsgevangenen, die in dienst stonden van de verzetbeweging, kregen van mij een paspoort, ik gaf twee blanco paspoorten voor weggedoken Amerikaansche piloten. Ik heb hondertal getuigen die voor mij het beste kunnen bewijzen. Zelfs een Engelsche dame die woonachtig is in Moorsele, getuigt met bewijsschrift over mijn gedrag tijdens de bezetting.

Ik word beschuldigd van enkele feiten, die ik aan de hand van bewijzen en getuigen, goed kan weerleggen. Mijn verdediger meester Halsberghe heeft reeds een aanvraag gericht tot de Heren van de Commissie, daar het onderzoek nu volledig geëindigd is, mijn verdediger is in het bezit van veele getuigschriften.

Mijn vrouw zit weer in een nieuwe moeilijkheid. Zoo pas ontving ik van de Heer Deurwaarder akte van opzeg van pacht, mijn vrouw moet verhuizen en weet niet waar naartoe. Burgemeester Pareit is heel goed gestemd tegenover mij, ik ben nog nooit iets miszegd of misdaan geweest ook geen de minste schade aan mijn huis, een bewijs dat ik gaarne gezien was op de gemeente.

Mijnheer de Voorzitter en leden, ik bid en smeek er u om in naam van mijn ongelukkige vrouw en kind en moeder, mocht ik de voorloopige vrijheid genieten of geïnterneerd worden te huis, om mijn huisgezin een ander onderdak te verschaffen en te kunnen werken voor hen. Ik heb nu bijna een jaar uitgeboet. Ik zou U Mijne Heren ten zeerste dankbaar zijn wilde U daaromtrent zo spoedig mogelijk een beslissing nemen.

Aanvaardt, Mijnheren, de betuiging mijner bijzondere Hoogachting.

Albert Herreman – Wikings”

Op 10 oktober 1945 beslist de Consultatieve Commissie Kortrijk om Albert Herreman voorlopig vrij te laten met verbod zich te vestigen te Moorsele en aanpalende gemeenten. De commissie legt ook op dat hij binnen de acht dagen zijn juist adres moet opgeven, zoniet wordt hij opnieuw geïnterneerd.

Herreman vestigt zich op de Vier Kavenhoek te Moorslede bij de weduwe Louis Froyman.

Bij beslissing van de Krijgsauditeur te Kortrijk van 24 januari 1946 verliest hij levenslang zijn rechten bedoeld bij artikel 123sexies van het strafwetboek.

Volgens de lijst “der vrouwelijke gemeenteraadskiezers voor het tijdstip van 1 mei 1946 tot 30 april 1952” staat zijn vrouw vermeld als wonende in de “Meenenstraat 20”.

Albert Herreman staat niet op die kiezerslijst vermeld.

Op 1 juni 1946 verhuist het gezin naar Antwerpen, waar hij werkzaam zou geweest zijn in de meubelsector (stoffen).

Gerard Vantomme, de vervanger van Maurice Debouck, wordt bij de bevrijding aangehouden en opgesloten in het interneringscentrum “Wikings” te Kortrijk.

Op 30 december 1944 wordt hij voorlopig ten huize geïnterneerd en op 31 juli 1945 in voorlopige vrijheid gesteld.

Bij beslissing van de krijgsauditeur bij de krijgsraad te Kortrijk van 26 december 1945 wordt Vantomme levenslang vervallen verklaard van de rechten bedoeld bij artikel 123sexies van het strafwetboek.

Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg van Kortrijk van 21 april 1949 wordt hij hersteld in bepaalde rechten waarvan hij beroofd werd.

De gemeenteraadsverkiezingen van 1946 laten in Moorsele opnieuw drie lijsten zien: de socialisten, de katholieken en de lijst van Oscar Pareit.

Oscar Pareit vormt coalitie met de socialisten en wordt opnieuw burgemeester.



[1] Geboren te Moorsele op 23 juni 1882 en overleden te Kortrijk op 25 november 1959. Oscar Pareit was gehuwd met Marie Louise Vandamme (1900–1981).

[2] O.a. geraadpleegde bronnen voor het hoofdstuk Moorsele:

·         Moorsele 950 jaar – Van parochie Mortsella tot deelgemeente Moorsele, 1996, samenstelling: Willy Coolsaet en Lut Vanoverberghe.

·         Gilbert Flamez, de laatste burgemeester van Moorsele, door Willy Coolsaet, uitgegeven door Davidsfonds Moorsele in 1996.

[3] Landbouwer Jules Vandamme, geboren te Moorsele op 1 februari 1867.

[4] Maurice Debouck, geboren te Moorsele op 29 januari 1894, was gehuwd met Adriana-Juliana Lombaert. In 1932 werd hij vrijgestelde secretaris-bode-lokaalhouder van het ACW te Moorsele. Hij was gemeenteraadslid van 1933 tot 1939 en daarna schepen tot in 1943. Hij werd erkend als gewapend weerstander voor de periode van 22 februari 1944 tot 14 oktober 1944.  Na de oorlog was hij werkzaam te Kortrijk, als bediende bij het ACW.