Posts tonen met het label Flament. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Flament. Alle posts tonen

zondag 4 december 2022

Geluwe: burgemeester Jules Ingelbeen en schepen Alphonse Demyttenaere vervangen door Joseph Cardoen en Remi Maddens

 

1.  Geluwe: burgemeester Jules Ingelbeen en schepen Alphonse Demyttenaere vervangen door Joseph Cardoen en Remi Maddens

 

Ook in Geluwe heeft de Duitse ouderdomsverordening van 7 maart 1941[1], die bepaalt dat de Belgische dragers van openbare functies al hun mandaten en functies moeten neerleggen als ze 60 jaar worden, gevolgen.

Aan de 63-jarige burgemeester Jules Ingelbeen[2] en de 60-jarige schepen Alphonse Demyttenaere[3] wordt “ontslag uit hun ambt verleend” en ze worden respectievelijk vervangen door de gemeenteraadsleden Joseph Cardoen[4], bij besluit van 21 mei 1941, en Remi Maddens[5], bij besluit van 30 juli 1941. Schepen Achiel Flament mag aanblijven[6].

Burgemeester Jules Ingelbeen

Joseph Cardoen wordt op 8 september 1944 aangehouden door de Witte Brigade en de Rijkswacht van Wervik. Interneringen te Sint-Kruis, Kortrijk en Ieper volgen.

De Krijgsraad van Ieper veroordeelt hem op 19 augustus 1946 tot een gevangenisstraf van negen maanden en twee jaar politietoezicht.

Eveneens op 8 september 1944, wordt Remi Maddens, geneesheer en vader van zeven kinderen, geïnterneerd.

Remi Maddens

Het Krijgshof te Gent veroordeelt hem op 7 december 1945 tot een gevangenisstraf van twee jaar.

Op 27 december 1945 noteert de Substituut-Krijgsauditeur van Ieper de daden die aanleiding gaven tot zijn veroordeling:

“Maddens Remi, Cyriel, geboren te Geluwe den 3 april 1900, geneesheer van beroep, reserve adjudant van de gezondheidsdienst van het Belgisch Leger, wonende te Geluwe, thans aangehouden.

Is volgens het onderzoek heeft uitgemaakt, tijdens de bezetting actief lid geweest van het V.N.V. Heeft personen aangeworven voor de Vlaamsche Wacht. Heeft giften gedaan voor het Oostfront. Heeft giften gedaan aan de Zwarte Brigade, Geluwe. Heeft het manifest onderteekend, uitgegeven door Staf Declerck in augustus 1940. Heeft personen aangespoord propaganda te doen voor de Vlaamsche Wacht.

Was in nauwe betrekking met duitsche officieren – propaganda gemaakt door zijn omgang, om houding tegenover de vijandelijke legers. Was geabonneerd van 1940 tot 1944 op Volk en Staat en op Stemmen uit Duitschland.

Beweert een ongehoord aantal certificaten afgeleverd te hebben aan dienstplichtigen, om te ontsnappen aan verplichten arbeidsdienst. Het onderzoek heeft uitgewezen dat voorzichtigheid in het beoordeelen hiervan dient aan de dag gelegd.”

Remi Maddens komt voorwaardelijk vrij op 20 september 1946.

In de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging schrijt Reginald de Schryver het volgende over Remi Maddens (Geluwe 3 april 1900 - Geluwe 22 december 1969):

Remi Maddens als student aan de KUL (foto: juli 1924).Maddens was actief in het AKVS, het KVHV en werd vervolgens lid van Het Vlaamsche Front en het KVNV. In 1941 nam hij ontslag uit het VNV uit afkeer van de collaboratiepololitiek. (N. MADDENS)

"Studeerde na middelbaar onderwijs aan het Sint-Aloysiuscollege te Menen geneeskunde aan de Katholieke Universiteit Leuven en promoveerde er in 1924. Na zijn studie vestigde Maddens zich als arts in zijn geboorteplaats en was er actief in de gemeentepolitiek.

Maddens was flamingant van in zijn collegetijd. Als scholier werd hij redactielid van een clandestien Vlaamsgezind tijdschriftje Noordvier, "Katholiek studententijdschrift" (1915-1917). In Leuven sympathiseerde hij met het Vlaams- nationalisme en werd in 1919 lid van Het Vlaamsche Front (afdeling Brussel, waar hij toen tijdelijk verbleef). Als universiteitsstudent was hij in 1920-1921 lid van het West- Vlaamse gouwbestuur van het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond (AKVS), in 1921-1923 secretaris van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond en in 1922-1924 achtereenvolgens ondervoorzitter en voorzitter van de Westvlaamsche Gouwgilde. Tijdens de vakanties hield hij geregeld flamingantische meetings voor de West-Vlaamse bonden van het AKVS.

Terug in Geluwe werd en bleef hij er de bezieler van het Vlaams nationalisme maar hield zich aanvankelijk nog buiten de politiek. In juli 1929 werd hem als kerkzanger door de pastoor de toegang tot het doksaal ontzegd, "daar uwe houding in zaak nationalisme niet steeds overeenstemt met de herhaalde voorschriften der kerkelijke overheid dienaangaande". In oktober 1930 werd Maddens de eerste voorzitter van het Vlaamsch Muziekgild Nieuw Leven en in juli 1931 oprichter van het Vlaamse Huis Klokke Roeland. In oktober 1932 nam hij voor het eerst als Vlaams-nationalist aan de plaatselijke verkiezingen deel en werd als kopman verkozen op de lijst van het Katholiek Vlaamsch Nationaal Verbond. In oktober 1938 voerde hij de lijst aan van het Vlaamsch Blok, een kartel van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) en Rex, en werd als gemeenteraadslid herkozen. Tijdens de oorlog bleef hij lid van het VNV tot hij naar aanleiding van de stichting van de Eenheidsbeweging (10 mei 1941) ontslag nam; hij vond dat de collaboratie te ver ging en was het niet eens met de werving voor militaire en paramilitaire organisaties. Niettemin aanvaardde hij midden 1941 een benoeming als schepen ter vervanging van de vooroorlogse schepen die de leeftijd van zestig jaar had bereikt. Tijdens zijn naoorlogs proces beweerde hij op die manier de benoeming van een uitgesproken nationaal-socialist te hebben willen beletten. De krijgsraad van Ieper veroordeelde hem op 25 juli 1945 tot vijftien jaar gevangenis. Maar die zware straf werd reeds kort daarop door het hof van beroep te Gent tot twee jaar herleid. In september 1946 was Maddens weer een vrij man. Van 1958 af nam hij opnieuw deel aan de gemeentepolitiek en van januari 1965 tot zijn dood was hij opnieuw schepen te Geluwe. In 1968 stond hij voor de parlementsverkiezingen op de lijst van de Volksunie."

In 1985 schrijft Dirk Decuypere het volgende in "Dorp zonder grenzen - 1940-1945 Epicentrum Geluwe":

"Epuratie

Onmiddellijk na de bevrijding van onze gemeente worden zij die als collaborateurs worden bestempeld door de rijkswacht en het plaatselijke verzet opgepakt en in een huis naast De Klokke onder toezicht geplaatst. De rijkswacht van Wervik onderhoort de betrokkenen en laat rapporten opstellen.

...

Wie in de toekomst de epuratie op Geluwe beschrijft, zal vaststellen dat er minstens meer dan 40 Geluwnaren door de krijgsauditeurs van Ieper en Gent bestraft werden. De straffen liggen tussen 3 maand tot levenslange hechtenis. Daarnaast worden de veroordeelden doorgaans hun burgerrecht en/of politieke rechten ontnomen en verliezen velen hun maatschappelijke positie.

Zij worden geïnterneerd in St.-Kruis, Kortrijk ("De Wikings"), Leopoldsburg, Sint-Gillis, Vilvoorde. Allen komen in de loop der jaren voortijdig vrij. Wel worden ze nog een tijdje onder voogdij geplaatst. Verscheidene Geluwnaren zijn bereid voogd te zijn voor vrijgekomen dorpsgenoten. Geregeld moeten ze bij de overheid getuigen dat de betrokkenen voorbeeldig van gedrag zijn.

Een paar keer wordt iemand de toegang tot Geluwe ontzegd omdat zijn aanwezigheid onrust zou kunnen veroorzaken onder de bevolking.

Bij particulieren, in hospitalen of wezenhuizen worden sommige behoeftige kinderen van incivieken ondergebracht. Voor Geluwe was dat het geval voor zeven minderjarigen. Soms werden de kinderen van éénzelfde gezin van elkaar gescheiden: in elk geval is dit zo geweest voor één Geluwse familie."


[1] De Duitse ouderdomsverordening van 7 maart 1941 stipuleert dat Belgische dragers van openbare functies al hun mandaten en functies moeten neerleggen als ze 60 jaar worden. De Duitse bezetter kan hierop wel individuele uitzonderingen toestaan. De verordening had officieel als doel om middels een verjonging, de kwaliteit van het bestuur te verbeteren. De achterliggende oorzaak lag bij een aanslepend conflict over de Belgische burgemeesters (waarvan een meerderheid ouder was dan 60). Omdat de Belgische secretarissen-generaal weigerden burgemeesters te ontslaan en te benoemen, gebruikte de Duitse bezetter deze verordening als shockmaatregel om het status quo te doorbreken (bron: https://www.belgiumwwii.be/).

[2] Jules Ingelbeen, landbouwer, geboren te Geluwe op 21 maart 1878 en er overleden op 17 december 1961. Zoon van Henri, en Emelie Callens. Huwt te Geluwe in 1922 met Julia Moré. Katholiek gemeenteraadslid van Geluwe (1922-1946) en burgemeester (1928-1940 en 1944-1946). Katholiek provincieraadslid voor het district Ieper (7.6.1936-1946).


[3] Geboren te Geluwe op 7 mei 1881 en er overleden op 3 oktober 1967.

[4] Geboren te Geluwe op 20 november 1896 en er overleden op 25 mei 1965.

[5] Geboren te Geluwe op 3 april 1900 en er plotseling overleden op 22 december 1969.

[6] Achiel Flament, geboren te Geluwe op 5 maart 1886 en overleden te Menen op 31 juli 1982, werd later burgemeester van Geluwe, van 1947 tot 1964.

Inhuldiging van Achiel Flament (links) als burgemeester in 1947.