Posts tonen met het label Versteele. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Versteele. Alle posts tonen

zondag 4 december 2022

Rollegem: oorlogsburgemeester Maurice Castelain en oorlogsschepen Sylvain Versteele

 

Rollegem: oorlogsburgemeester Maurice Castelain en oorlogsschepen Sylvain Versteele

 

De casus Rollegem komt uitvoerig en grondig aan bod in de thesis van Ruben Mayeur waarnaar verwezen wordt in de rubriek “Kortrijk”.

Rollegem gaat de bezetting in onder leiding van landbouwer Maurice Everaert, geboren te Bellegem op 24 december 1888 en overleden te Rollegem op 21 oktober 1963. Hij is burgemeester sedert 1939 en wordt bijgestaan door eerste schepen Jozef Vandeghinste, geboren te Rollegem op 15 oktober 1875 en er overleden op 13 november 1946, en tweede schepen Camille Vandaele, eveneens een landbouwer.

In het Belgisch Staatsblad van 23 augustus verschijnt bij besluit van 20 augustus 1941 zowel het ontslag, wegens de ouderdomsverordening, van Jozef Vandeghinste als de aanduiding van zijn vervanger, aannemer-schrijnwerker Maurice Castelain, geboren te Rollegem op 1 augustus 1909 en er overleden op 19 mei 1992.

Bij besluit van 23 januari 1942, verschenen in het B.S. van 6 februari 1942, wordt Everaert uit zijn ambt van burgemeester ontzet. Dir besluit is als volgt gemotiveerd:

“Overwegende dat de heer Everaert, M., burgemeester der gemeente Rollegem, met het oog op een wederrechtelijke verhooging van de hem toe te wijzen vergoeding, een valsche verklaring heeft afgelegd; dat hij, anderdeels, door de nalatigheid en den onwil waarvan hij in de uitoefening van zijn ambt heeft laten blijken, grootelijks aan zijn ambtsplichten is tekort gekomen;”

Maurice Castelain, reeds aangeduid om schepen Vandeghinste te vervangen, klimt een trapje hoger op de ladder en wordt bij besluit van 2 april 1942 (B.S. van 5 april 1942) aangeduid om de functie van burgemeester waar te nemen.

De post van schepen die door de “promotie” van Castelain opnieuw vacant komt, wordt na enige tijd aangevuld door de aanduiding van onderwijzer op rust Sylvain Versteele, geboren te Wingene op 16 mei 1894, bij besluit van 20 juni 1942 (B.S. van 21 juni 1942).

Camille Vandaele, de enig overblijvende schepen van voor de oorlog, wordt zestig eind 1943 en verdwijnt eveneens uit het college wegens de ouderdomsverordening. Hij wordt niet meer vervangen gedurende het laatste bezettingsjaar.

Na de bevrijding wordt Castelain geïnterneerd en veroordeeld door de Krijgsraad.

In de editie van 28 mei 1946 geeft het Kortrijksch Handelsblad verslag van zijn proces voor de krijgsraad te Kortrijk op 18 mei 1946:

“Voor den Krijgsraad van Kortrijk werd de zaak opgeroepen ten laste van Castelain Maurice, geboren te Rollegem den 1 Augustus 1909, houtbewerker van beroep, wonende Kerkstraat, 11, te Rollegem.

Castelain wordt beticht verschillige personen te hebben verklikt, namelijk Albert D’Hooghe, Georges Desceux en Cyrille Degroote, Vanassche en Dejans.

(…)

Meester Dejaegere, uit Kortrijk, betoogt dat verdachte vóór den oorlog meubelmaker van beroep was. Op een bepaald oogenblik valt hij zonder werk. Op de gemeente komt intusschen een plaats van bediende open en verdachte ziet de kans zijn kandidatuur te stellen, doch hij werd niet benoemd. Hij verneemt dat de nieuwe bedienden moeten VNV-ers zijn en om een plaats te kunnen bemachtigen laat hij zich VNV maken en blijft daarvan lid tot het einde 1942 en geeft dan zijn ontslag.

In het VNV heeft hij nooit een vooraanstaande funktie bekleed. Nooit heeft hij het trouw-kenteeken gedragen …

In 1942 komt de plaats van burgemeester open … Hij werd bij den arrondissementskommissaris Verkinderen geroepen en dit tot driemaal toe, tot hij ten slotte, op aandringen, het burgemeesterschap aanvaardt. Hij heeft dit aanvaard omwille van de vergoeding die er aan vast was. Op de 2600 inwoners der gemeente zijn er slechts tien menschen die iets tegen hem hebben ingebracht. Veel verplichte tewerkgestelden in Duitschland heeft hij geholpen; hij is in betrekking gekomen met de weerstanders, die hij geholpen heeft.

Op de gemeente heeft hij zeer veel goed gedaan, vooral op gebied van rantsoeneering. Hij heeft zich ingespannen om tal van aardappelkontrakten bij de landbouwers te ronselen voor zijn medeburgers; ieder gezin van Rollegem werd bedacht met 120 kgr. tarwe tijdens de bezetting; veel vrijstellingen heeft hij bekomen van de verplichte tewerkstelling voor Duitschland. Onpartijdig heeft hij de gemeente bestuurd. Er werden op de gemeente niet veel vergaderingen gehouden, doch deze heeft hij bijgewoond; met tegenzin heeft hij met dagbladen gecolporteerd.

Bij hem heeft men aangedrongen om lid te worden van de Zwarte Brigade en de Vlaamsche Wacht; nooit heeft hij een uniform gedragen.

De plakbrieven welke uitgehangen werden, betreffende het overmaken van neergekomen vliegers, werd niet alleen in Rollegem, maar in alle gemeenten uitgehangen.

De arrondissementskommissaris heeft hem laten weten, dat de officieele scholen vrijaf hadden op den begrafenisdag van Staf Declercq. Op zijn algemeene houding als burgemeester is er niet veel te zeggen: het is een persoon met een zeer primaire ontwikkeling.

Daar hij bij het begin van zijn burgemeesterschap niet over genoegzaam gezag beschikte nam hij zijn toevlucht tot de Duitschers.

Hierna weerlegt pleiter de verklikking der beide boerenwachters, die werden gestraft omdat ze niet op hun post waren. Degroote kreeg in 1941 twee à driemaal per week bezoek van de Duitschers en zelfs nog tweemaal per dag. Er was opgemerkt geworden dat hij met pakken in zijn huis trok en daarop werd er een klacht neergelegd wegens smokkelhandel door zijn medeburgers. Hij werd van de Duitschers verdacht van smokkelhandel en hij heeft dan ook de Belgische controlediensten gehad. Bij het volgend bezoek heeft Degroote de feldgendarmen naar den burgemeester gezonden. Ze keerden terug om te zeggen dat den burgemeester hem moest gerust laten.

Castelain heeft tegen de feldgendarmen van Tourcoing klacht neergelegd te Kortrijk; Castelain werd geroepen op de G.F.P. om over deze gebeurtenissen te spreken en natuurlijk moest hij Degroote in het gedrang brengen.

Ten slotte legt pleiter nogmaals nadruk op zijne algemeene gedragingen als burgemeester van Rollegem en vraagt de straf te minimaliseeren.

De oorlogsburgemeester werd veroordeeld tot 5 jaar gevang en levenslange ontzegging van alle rechten.

De Burgerlijke Partij bekomt voor den Staat de gevraagde schadevergoeding zijnde 100.000 fr.”

Substituut-Krijgsauditeur Lebbe geeft op 4 juni 1946 de daden op die aanleiding gaven tot de veroordeling:

“Castelain Maurice werd door den Krijgsraad van Kortrijk op 18 mei 1946 tot 5 jaar gevangenis veroordeeld. Hij was lid van het VNV, heeft pro-duitsche dagbladen gecolporteerd, is in April 1942 burgemeester van Rollegem geworden. Heeft meermalen zijn nieuwe-orde gedachten geuit. Bovendien heeft hij verschillende personen verklikt, namelijk in Juni 1943: D’Hooghe Albert en Desmet Georges omdat ze zoogezegd dreigkaarten toegestuurd hadden (zonder gevolg). In September 1943 Meester Degroote Cyriel, dien hij bij de duitschers beschilderd heeft als anglofiel (zonder gevolg). In 1943 Dejaegere Dyon en Coussement Camiel twee boerenwachters die de wacht verzuimd hadden (gevolg: 500,-Fr. boete). In 1943 Vancauwenberghe Jules dien hij als werkweigeraar gesignaleerd heeft (zonder gevolg).”

Castelain komt voorwaardelijk vrij onder voogdij op 5 september 1947.

Ook Sylvain Versteele wordt geïnterneerd na de bevrijding. De Krijgsraad van Kortrijk veroordeelt hem op 13 februari 1946 tot achttien maanden gevangenisstraf om volgende redenen, aldus de Krijgsauditeur op 7 juni 1946:

“In 1942 is verdachte lid geworden van het VNV. Werd in Juni 1942 benoemd tot schepen in Rollegem. Heeft één maal gecolporteerd met Volk en Staat en één maal met de Nationaal Socialist.”

Versteele komt vrij op 27 februari 1946.