zondag 4 december 2022

Ingelmunster: oorlogsburgemeester Remi Craeymeersch

 

Ingelmunster: oorlogsburgemeester Remi Craeymeersch

 

Bij besluit van 21 mei 1941 wordt aan notaris Paul Schotte, burgemeester sedert 1933, ontslag uit zijn functie verleend wegens het bereiken van de leeftijdsgrens van zestig jaar.

Hij wordt bij besluit van dezelfde datum vervangen door vlashandelaar Remi Craeymeersch, geboren te Ingelmunster op 21 juni 1910.

Remi Craeymeersch (foto: Kroniek van de Tweede Wereldoorlog met gebeurtenissen te Izegem, Ingelmunster en Ommeland – 1940-1945 – Maurice Naessens – Uitgeverij Hochepied, Izegem – 1990)

Craeymeersch wordt op 3 september 1944 aangehouden en verblijft in volgende interneringscentra of gevangenissen:

  • Ingelmunster, van 3 tot 23 september 1944;
  • Sint-Kruis, van 23 september 1944 tot 31 januari 1945;
  • Kortrijk, van 31 januari 1945 tot 2 mei 1946;
  • Gent, van 2 mei 1946 tot 15 juni 1946;
  • Lokeren, van 15 juni 1946 tot 30 juli 1946
  • Gent, van 30 juli 1946 tot 1 augustus 1946;
  • Kortrijk, van 1 augustus 1946 tot 27 januari 1947.

Op 19 maart 1946 wordt hij door de Krijgsraad van Kortrijk veroordeeld tot 3 jaar gevangenisstraf en levenslange ontzetting uit de artikel “123sexies”-rechten.

De feiten die aanleiding hebben gegeven tot zijn veroordeling vinden we terug in de rapporten opgesteld door de Substituut-Krijgsauditeur van Kortrijk op 23 mei 1946 en de Krijgsauditeur van Kortrijk op 22 november 1946:

“Beklaagde trad tot het V.N.V. toe in de jaren 1935 of 1936. In 1942 werd hij waarnemende Afdeelingsleider, maar beweert enkel, den titel te hebben gedragen, zonder de werkzaamheden uit te oefenen. Noch van de D.M.Z.B. noch van de D.M. Hulpbrigade was hij lid en droeg geen uniform. In 1941 werd de Burgemeester van Ingelmunster uit zijn ambt ontheven in toepassing van de Duitsche verordening in betrekking met de ouderdomsgrens. Craeymeersch werd aangewezen om hem op te volgen. De functie van Burgemeester nam hij waar tot aan de bevrijding. In Ingelmunster zijn de meeningen verdeeld omtrent de wijze op dewelke beklaagde zijn ambt waarnam: de eene zien er onpartijdigheid in, de andere partijdigheid.

In Juli 1942 werden sommige personen hun fiets en hun radio ontnomen door de feldgendarmerie. Ze stellen daar beklaagde voor verantwoordelijk, daarom zullen ze hier ter zitting als getuigen worden onderhoord. Eveneens is er een bediende, Lievrouw Medard, die hem aansprakelijk stelt voor de ontzetting uit zijn ambt. Andere personen leggen eveneens klacht tegen beklaagde neer, om ondergane gevangenisstraf (Busscher Georges), om uitgesproken geldboeten (Naert Maurice, Kapers François en Sentobin Jules) en een onwettige uitdrijving uit woonstede (Watteyne Cyriel)”

In de editie van 5 april 1946 geeft het Kortrijksch Handelsblad verslag van zijn proces voor de krijgsraad:

“ … Reeds bij den aanvang van het getuigenverhoor spinnen zich hevige incidenten af tusschen de getuigen en de betichte, die steeds alle getuigenissen als valsch en onwaar aanziet.

Na het onderhoor van Arthur Depoorter, volgen de 73-jarige getuige Tack Gustaaf, Vermote Theofiel, De Busschere Georges, allen personen wier fiets en radiotoestel werd afgenomen. Deze laatste werd zelfs nog tot 18 maanden gevang veroordeeld wegens het verspreiden van anti-Duitsche sluikbladen en werd door de Gestapo tijdens zijn aanhouding op onmenschelijke en beestachtige wijze mishandeld, geslagen en gemarteld.

Ook Kaepers François komt getuigen in dezelfden zin.

Naert Maurice, landbouwer te Ingelmunster, heeft ook groote moeilijkheden opgeloopen vanwege de Duitschers wegens tekort aan leveringen van landbouwprodukten. Getuige komt op stellige wijze verklaren dat het wel betichte is die hen allen heeft verklikt, daar de Duitschers hem dit gezegd hebben.

Sinctobin Jules volgt hierop. Ook heeft hij moeilijkheden opgeloopen met de Duitschers wegens tekort aan leveringen. Hij werd aangehouden, 28 dagen opgesloten en verplicht een som van 10.000 frank te betalen. Ook bij hem hebben de Duitschers verklaart dat de verklikking uitgaat vanwege de betichte.

Lievrouw Medard werd uit zijn ambt ontzet door den oorlogsburgemeester.

Van Hondekeyn werd ook zijn radiotoestel afgenomen omdat hij luisterde naar den Engelschen post.

Als slot van het getuigenverhoor volgt den gewezen gepensioneerden politiekommissaris Cyriel Watteyne, uit Ingelmunster, die in 48 uren tijds uit het stadhuis, waar hij concierge was, werd gezet.

Negen Burgerlijke Partijen.

De eerste is Meester Gillon (junior) uit Kortrijk, namens den Belgischen Staat. Deze betoogt dat het VNV tijdens de bezetting veel schade heeft berokkend aan het land, daar het VNV een groote moreele steun was voor den bezetter. In zijn hoedanigheid van Burgemeester heeft hij veel invloed uitgeoefend op de bevolking en diensvolgens vordert zij een schadevergoeding van 100.000 fr.

Meester Delvoye, uit Kortrijk, beweert dat getuigen stukken hebben gezien, die door Craeymeersch persoonlijk werden gezien, schetst hem verder als een vertrouwensman der Duitschers en verklaart dat het wel bewezen is, dat Craeymeersch de verklikkingen heeft bedreven. Diensvolgens vordert hij voor Van Hondekeyn een schadeloosstelling van 25.000 fr.; voor Kaepers, 17.000 fr.; voor Tack, 28.000 fr.; voor Debusschere, 25.000 fr. en voor Vermote, 17.000 fr.

Meester Vandermeersch stelt zich Burgerlijke Partij voor Medard Lievrouw en den gewezen politiekommissaris Watteyne en Sinctobin Jules.

Hij betoogt dat Craeymeersch een burgemeester was in den vollen zin van het woord “nationaal-socialist”. De private belangen verpletterde hij voor de gemeenschappelijke belangen.

Medard Lievrouw was secretaris van Winterhulp en hoofd van den ravitailleeringsdienst van Ingelmunster. Hij werd van dit leiderschap ontslagen en werd weerom als gewoon bediende bij de bevoorradingsdiensten opgenomen, die dan op zijn beurt vervangen werd door een persoon van de nieuwe orde.

Voor Lievrouw vraagt hij een schadevergoeding van 45.848 fr.; voor Cyriel Watteyne de som van 23.348 fr. en voor Sinctobin Jules, 25.000 fr.

Meester Goemaere stelt zich Burgerlijke Partij voor landbouwer Maurice Naert, uit Ingelmunster, die een schadevergoeding vraagt van 21.500 fr.

Het Rekwisitorium.

Krijgsauditeur Boone betoogt, dat alle verklikkingen gedaan zijn geworden in hoedanigheid van burgemeester en tevens genoegzaam bewezen zijn. Als oorlogsburgemeester was zijn positie zeer delikaat.

Ten slotte handelt de auditeur over de personen die werden verklikt door den burgemeester, die tevens een persoon was die kredieten bezat bij de pro-Duitsche bewegingen en die het vertrouwen genoot bij de bezettende overheid.

Hij vraagt één enkele straf; vijf jaar gevang.

De Verdediging.

Meester Roelants, uit Kortrijk, vangt zijn pleidooi aan, dat om zeggens bijna 3 uur zal in beslag nemen, met te verklaren, dat tegen betichte een soort coalitie is ontstaan, die mistevredenen zijn, omdat hun fiets of radiotoestel werd afgenomen.

De verdediger beklemtoont het feit, dat er nog burgemeesters zijn geweest die door het VNV werden aangesteld en nooit of nooit werden verontrust.

Pleiter behandelt thans het afdeelingsleiderschap van het VNV en betoogt dat betichte dit nooit heeft waargenomen.

Als burgemeester voor Ingelmunster was hij prima, een goede, buitengewone burgemeester, die talrijke personen wist bij te staan.

Tal van nooden heeft hij weten op te lossen; aan de noodlijdenden heeft hij eten verschaft; het kolenvraagstuk heeft hij opgelost (in de zaal wordt algemeen gelachen, er wordt geroepen: een tweede Achiel Van Acker …). Hij heeft zich geheel ten dienste gesteld van de burgerbevolking van Ingelmunster. Hij heeft slechts geleefd om zijn volk te dienen en te helpen uit de groote nooden der oorlogsgebeurtenissen. Hij was in het geheel niet gevreesd door de bevolking en voor het volk had hij een gouden hart.

Geen enkele getuige is hier komen bevestigen, dat hij de lijst der gijzelaars zou opgemaakt hebben. De refractaires heeft hij bijgestaan met hen zegels te geven.

Tot slot behandelt pleiter in een zeer uitgebreid betoog ieder der verklikkingen, weerlegt deze, en wijst alle eischen der Burgerlijke Partij af.

De uitspraak.

Betichte wordt veroordeeld tot 3 jaar gevang en levenslange ontzegging van alle rechten.

De Burgerlijke Partij bekomt voor den Staat 1 fr. schadevergoeding. Alle andere Burgerlijke Partijen werden afgewezen en hun eisch onontvankelijk verklaard. De Burgerlijke Partijen werden veroordeeld tot de kosten.

Deze uitspraak werd door de talrijke personen uit Ingelmunster met verslagenheid aanhoord.”

Op 12 november 1946 richt de echtgenote van Remi Craeymeersch, Christine Suy, een brief aan de directeur van het interneringscentrum “Wikings” te Kortrijk, en verzoekt om zijn tussenkomst tot strafvermindering. Ze verwijst naar het onbesproken gedag van haar man gedurende de internering en haalt ook uitdrukkelijk aan dat hij van alle verklikkingen werd vrijgesproken.

Remi Craeymeersch komt vrij op 27 januari 1947. Hij overlijdt te Izegem op 17 september 1978.

In de gemeenteraad van Ingelmunster van februari 2011 vraagt VB-fractieleider Georg Barbary of de foto van Craeymeersch kan toegevoegd worden aan de fotogalerij van burgemeesters, naar het voorbeeld van Deerlijk.

Burgemeester Yves Vercruysse (CD&V) belooft een vraag te richten aan de heemkundige kring of er over Craeymeersch en deze periode objectieve gegevens voorhanden zijn om over het voorstel een oordeel te kunnen vellen.

Op vandaag ontbreekt de foto van Craeymeersch nog steeds.

Niet alleen burgemeester Paul Schotte wordt vervangen tijdens de oorlog maar ook schepen Couckuyt, aan wie ontslag uit zijn ambt verleend wordt bij besluit van 15 mei 1942 (Belgisch Staatsblad van 17 mei 1942).

Hij wordt vervangen door Audomarus Bonte die bij besluit van 16 mei 1942 (Belgisch Staatsblad van 17 mei 1942) aangeduid wordt als schepen.

Handelaar Bonte, geboren te Ingelmunster op 11 januari 1899, wordt op 27 oktober 1945 door de Krijgsraad te Kortrijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van een jaar.


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten