Gent-Wevelgem en Gaston Rebry
Een schat aan informatie over Gent-Wevelgem is
te vinden in volgende werken:
- “Gent-Wevelgem” van
Rudy Neve – Heemkundige Kring Wibilinga – Wevelgem – 2003;
- “75 Gent-Wevelgem” van
Rik Vanwalleghem, Rudy Neve en Koen D’haene – Uitgeverij Kannibaal – 2012.
Hoewel Gaston Rebry
nooit startte in Gent-Wevelgem is zijn naam onlosmakelijk verbonden aan deze
Vlaamse wielerklassieker.
Gaston Rebry wordt
geboren te Rollegem-Kapelle op 29 januari 1905. Het gezin Rebry verhuist in
1919 naar Wevelgem. Hij huwt in 1927 met Martha Vansteenkiste uit Wevelgem.
Gaston bouwt een
wielercarrière uit van 1923 tot 1939. In de Ronde van Frankrijk van 1928, 1929,
1931 en 1932 behaalt hij telkens een ritoverwinning. Op 5 april 1931 wint hij
een eerste maal Paris-Roubaix. Wielerminnend Wevelgem is niet weinig trots met
zo’n kampioen-inwoner.
Gaston Rebry tijdens de
Ronde van Frankrijk 1932 – Foto: Agence de presse Mondial Photo-Presse, Public
domain via Wikimedia Commons.
De Wevelgemse
wielerclub De Leiegalm organiseert op 19 mei 1931 De Eerste Grote
Prijs Gaston Rebry voor onderbeginnelingen.
Zijn topjaar is 1934 met overwinningen in Paris-Nice (eindwinnaar), de Ronde van Vlaanderen en Paris-Roubaix. In 1935 wint hij voor de derde maal Paris-Roubaix.
1934 - Foto: Courtesy rik
holvoet
Wevelgem, vooral in
de persoon van Gerard Margodt, speelt met de idee om een echte koers te
organiseren ter ere van Rebry, de basis voor Gent-Wevelgem is gelegd.
De eerste editie
van Gent-Wevelgem wordt georganiseerd voor junioren, op zondag 9 september
1934. Ook de tweede editie van 1935 is een wedstrijd voor junioren. Van 1936
tot en met 1939 wordt de wedstrijd ingericht voor onafhankelijken.
Het inrichtend comité bij de
start te Gent in 1936, met Gaston Rebry in het midden, met pet (foto: Gent-Wevelgem van
Rudy Neve)
Gaston Rebry bouwt en baat ondertussen het café “Paris-Roubaix” uit, gelegen op de Posthoornhoek in de Menenstraat te Wevelgem.
Bron: Gent-Wevelgem van Rudy
Neve
Vanaf 1940 wil men
een wedstrijd organiseren voor beroepsrenners maar het uitbreken van de Tweede
Wereldoorlog steekt er een stokje voor. De plannen worden voor onbepaalde tijd
opgeborgen.
Tijdens de
bezetting is Gaston Rebry niet onbesproken. Dat valt te lezen in “Gaston Rebry, De eerste Vlaamse monsieur Paris-Roubaix
van Patrik Rebry, Tonny Rebry en Rudy Neve – Cultuurdienst Ledegem – 2011”:
“Gaston heeft altijd veel
gewerkt. Dat was onder de Duitse bezetting niet anders. Zijn café bleef gewoon
open. In juli 1940 werd hij door de Duitsers gearresteerd, omdat hij benzine
die bestemd was voor het leger zou hebben verkocht. De bezettende overheid
veroordeelde hem tot niet minder dan zes jaar gevangenisstraf, maar enkele
maanden later werd zijn straf weer kwijtgescholden.
Hij blauwde ook veel. Op een
keer werd hij door commiezen opgepakt. Met het smoesje dat hij toch zijn vrouw
moest inlichten, gingen ze nog even bij haar langs. Hij liep toen dwars
doorheen het café door de achterdeur weer naar buiten om zich in het graanveld
achter het huis te verstoppen. De douaniers konden hem niet meer vinden. Een
hele tijd moest hij ondergedoken leven, want regelmatig kwamen ze controleren
of Gaston er niet was. Nelly herinnert zich nog hoe haar vader eens halsoverkop
de trap opspurtte om zich te verstoppen achter de grote schoorsteen op het dak.
In 1942 kreeg hij opneiuw problemen met de douane. “Werkloos sinds de stopzetting van de grote internationale wedstrijden bleef de Belgische wielrenner Gaston Rebry, winnaar van meerdere grote klassiekers, rondtoeren op de wegen van het noorden … maar dan om zich te wijden aan smokkel”, meldde de Frans krant La Croix van 27 februari laconiek. De Franse politie had Gastons kompanen betrapt in Armentières toen zijn camion, volgeladen met zakken tarwe, panne had. Gaston werd bij verstek veroordeeld tot 3 jaar gevangenis en een fikse geldboete. Hoewel hij op nauwelijks twee kilometer van de grens woonde, zette hij daarna nooit meer een voet over de schreve. Zelfs niet toen alle nog levende oud-winnaars werden uitgenodigd op het jubileumfeest naar aanleiding van de vijftigste editie van Parijs-Roubaix. Hij was er nochtans graag bij geweest.”
Ook na de bezetting
komt Rebry in de moeilijkheden.
Op 24 januari 1945
vordert de krijgsauditeur van Kortrijk de rijkswachtcommandant te Menen over te
gaan tot zijn internering wegens de betrekkingen die hij met den vijand
heeft onderhouden … Gaston Rebry wordt opgesloten in het
interneringscentrum te Kortrijk vanaf 27 januari 1945.
Eugeen Scherpereel
houdt in het interneringscentrum De Wikings een
dag boek bij tussen 5 september 1944 en 18 februari 1947. Voor vrijdag 9
februari 1945 noteert hij “Sportverslag door Gaston
Rebry over zijn koersen”[1]
In het Kortrijksch
Handelsblad van 3 februari 1945 wordt een lezersbrief gepubliceerd “Rond
de interneering van Oud-Renner Gaston Rebry”:
“Zooeven kom ik met de
grootste verontwaardiging te vernemen dat oud-renner Gaston Rebry aangehouden
is geworden en ten onrechte beschuldigd wordt gedurende de bezetting deel
uitgemaakt te hebben van de Gestapo.
Met de meeste overtuiging
mag ik hier verklaren dat Gaston TOTAAL ONSCHULDIG is aan aan de tegen hem ten
laste gelegde feiten. Dat zou ik duizendmaal durven zeggen en herhalen. Tijdens
de bezetting werd Gaston openlijk aangewreven dat hij dienst deed bij de
Gestapo. Gezien de openbare geruchten, begin ik ook te twijfelen. Op een zeker
oogenblik heb ik hem persoonlijk gaan vinden en hem de waarheid daaromtrent gevraagd.
Toen ontkende hij die valsche beschuldiging op zijn eerewoord. Doch toen was ik
nog niet gerust en onopgemerkt heb ik, tien dagen lang, Gaston Rebry bespied.
Op de meest verschillende tijdstippen van den dag, ben ik bij hem ten huize
geweest. Nu eens was het in den vroegen morgen, dan eens in den namiddag en
verder in den laten avond.
Gezien ik een uitmuntende
kameraad ben van Gaston, trok ik bij het binnentreden in zijn café rechtstreeks
ieder maal de keuken binnen. Op mijn eerewoord mag ik hier voor al de inwoners
van Wevelgem en het omliggende en al die hem kennen bevestigen dat ik Gaston
nimmer of nooit in gezelschap gezien heb van verdachte personen. Steeds was hij
thuis …
Dien ten gevolge vraag ik
mij af WAAR en WANNEER hij als Gestapo dienst zou gedaan hebben? Er mag niet
vergeten worden dat het binst die tien dagen was dat Gaston den naam had
jongelingen aan te houden. Meermalen werd mij gezegd: “Gaston heeft hier of
Gaston heeft daar dienstweigeraars gesnapt” … Maar als ik dan die vuile tongen
ondervroeg mij dag en uur nader te bepalen, dan moest ik bestatigen dat op
bepaalde datum en uur ik samen met hem aan ’t kaartspelen was in de keuken.
Ziehier een typisch geval
van echten laster tegen Gaston Rebry: Zekeren dag bevond ik mij in een café te
Meenen (de naam dezer houd ik ter beschikking der belangstellenden). Ik
trakteerde de baas en deze zegde mij: “Hewel, wat zegt ge nu van uw kameraad?”
Ik vroeg hem wie hij bedoelde. “Wel, Gaston. Deze heeft hier gisteren namiddag
drie jongelingen aangehouden”. Ik vroeg hem het juiste uur te bepalen. De
cafébaas zegde mij dat het omstreeks 4 uur was. Een gebuurvrouw had dit gezien,
waarop ik hem antwoordde dat het totaal onmogelijk was want dat ik denzelfden
namiddag met Gaston kaart gespeeld had van 2 tot 6.30 uur. De patroon, die wist
dat ik daarom niet liegen zou, verklaarde dan dat zijn gebuurvrouw moest
miszien hebben.
Maar als nu beweerd wordt
dat Rebry in de meeste verschillende deelen van West-Vlaanderen jongelingen
aanhield en op hetzelfde oogenblik ik en nog andere makkers bij hem thuis
waren, mag men besluiten dat Rebry een dubbelganger had, die bij de Gestapo
dienst deed. Renner Dufromont[2]
kan dit insgelijks bewijzen. Deze heeft ook dezelfde personnage aan ’t werk
gezien en was insgelijks overtuigd dat het Rebry was, maar toen hij begon te
spreken, was het een gansch andere taal dan deze van Rebry. Hoeveel zijn er
niet die Rebry heel goed kennen, maar nog nooit zijn spraak gehoord hebben,
zoodat missen hier heel menschelijk is … Maar het is een gekend feit dat te
Wevelgem de menschen jaloersch zijn en zich gemakkelijk tot de kritiek leenen
als het een persoon betreft, die van uit een werkersfamilie het tot een beteren
stand heeft weten te brengen.
Indien Gaston waarlijk
plichtig ware – iets wat totaal uitgesloten is – zou ik de eerste zijn om zijn
handelswijze te laken; want de tientallen jongelingen van Wevelgem en
omliggende die ik bij de boeren van Frankrijk geplaatst heb, om op die manier
te ontsnappen aan de Duitsche Feldgendarmerie en Gestapo, kunnen hier
getuigenis afleggen wat ik voor het Hitlerregiem gevoel.
Is er hier dan geen middel
om persoonlijk tegen deze valsche beschuldigingen op te treden? Of mag iemands
eer en faam aldus maar eenvoudig weg door den modder gesleept worden, zonder eenig
bewijs dat Gaston Rebry bij de Gestapo dienst zou hebben gedaan? Dat men de
talrijke klienten van Gaston die bij hem ten huize gingen oproepe, dan zal het
gerecht kunnen oordeelen over zijn schuld, want het is een echt wraakroepend
schandaal, zonder de minste bewijzen en voortgaande op onderduimsche werking
van lastertongen een onschuldige op te sluiten.
Het is te hopen dat het
gerecht weldra ingrijpe.
REIGARTS.[3]
NOTA DER REDAKTIE
Na ontvangst van dit
schrijven zijn wij onmiddellijk inlichtingen gaan inwinnen, uit zeer goede bron
vernemen wij dat stellige klachten zouden ingediend geweest zijn tegen Gaston
Rebry en dat de zaak onmiddellijk zal onderzocht worden in hoezeer deze
beschuldigingen waar zijn, het ware misschien wel interessant de schrijver van
bovenstaand schrijven eens te onderhooren, een feit staat vast is de sympatieke
Rebry schuldig, dan moet hij verantwoorden, is hij niet schuldig dan moet hij
onmiddellijk in eer hersteld worden.”
Vanaf 26 februari
1945 wordt Rebry “ten huize” geïnterneerd, hij komt vrij op 1 maart 1945.
Het Kortrijksch
Handelsblad van 7 maart bericht over zijn vrijlating:
“De oud-renner Rebry, die in
de “Wikings” enkele weken geleden geïnterneerd werd, is terug in vrijheid
gesteld. De aanklager, gesteld in tegenwoordigheid van de foto’s van Rebry en
zijn weergade – een Bruggeling, naar het schijnt – heeft die laatste erkend als
de opgezochte Gestapo.
Haemerlinck[4]
en Jef Demuysere[5],
oud-gloriën der wielerbaan, die eveneens in dergelijke zaak waren betrokken,
zijn in voorloopige vrijheid gesteld.”
De bekommernissen
blijven Gaston Rebry parten spelen. Het Kortrijksch Handelsblad van
woensdag 18 juli 1945 meldt dat hij aangehouden is:
“Zaterdagavond werd de
welgekende ex-beroepsrenner Gaston Rebry, wonende te Wevelgem, en houder van
het café “Parijs-Roebaais”, ten zijnen huize door de rijkswacht aangehouden in
verband met een zaak van valschmunterij, welke in de grensstreek een groote
aktiviteit aan den dag legt. Naar verluidt zouden verschillende valsche
bankbiljetten van 500 fr. in zijn bezit gevonden geweest zijn. Deze werd dan
ook aangehouden en naar het gevang van Kortrijk overgebracht.
Onderzoeksrechter h. Sabbe,
van Kortrijk, is met het verder onderzoek gelast.”
In het Kortrijksch
Handelsblad van 1 augustus 1945 verschijnt een artikeltje over zijn
vrijlating:
“Enkele dagen geleden hebben
wij de aanhouding gemeld van ex-wielerkampioen Gaston Rebry, uit Wevelgem, die
in het bezit was van valsche bankbiljetten van 500 fr. Rebry werd thans door
den hr onderzoeksrechter Sabbe, aan wie hij den noodigen uitleg en de herkomst
dezer valsche biljetten kenbaar maakte, in vrijheid gesteld.
Deze biljetten werden hem
door smokkelaars, waarvan hij de persoonsbeschrijving heeft kunnen opgeven, ter
hand besteld.”
Na de bevrijding
worden de plannen weer bovengehaald om Gent-Wevelgem te organiseren voor
beroepsrenners. De eerste professionele wedstrijd voor deze categorie wordt
gereden op 29 september 1945. Gaston Rebry is voorzitter van het inrichtend
comité.
Het inrichtend bestuur in
1945 aan het café “Au Paris-Roubaix” van voorzitter Gaston Rebry, in het midden
zonder das (Foto: Gent-Wevelgem van Rudy Neve).
Gaston Rebry, in het midden met hoed, voor de start van Gent-Wevelgem 1946. Links Maurice Desimpelaere, uit Wevelgem, die tweede zal eindigen en de editie 1947 zal winnen (Foto: Gent-Wevelgem van Rudy Neve).
Totaal onverwacht
sterft Gaston Rebry op 3 juli 1953 aan een hartaanval. Echtgenote Martha
Vansteenkiste en de kinderen wijken uit naar Canada. Het prachtig café-chalet
“Au Paris-Roubaix” wordt gesloopt in de jaren zestig, na jarenlange leegstand
en verkrotting.
We komen nog even
terug op de schrijver van de brief gericht aan het Kortrijksch Handelsblad,
die ervan overtuigd was dat Rebry onschuldig geïnterneerd werd.
Zoals aangegeven in
voetnoot zou het hier kunnen gaan over een zekere Stragier, meer bepaald
Maurice Stragier, een vlaskoper, geboren te Wevelgem op 1 april 1897.
Maurice Stragier als
milicien van de klasse 1919.
Op 17 juni 1922
treedt hij in het huwelijk met Julia Parmentier, met wie hij later de herberg Derby
uitbaat in de Lode de Boningestraat te Wevelgem.
Bij vonnis van 7
maart 1936 worden zijn voornamen Remi-Cyriel gewijzigd in Maurice Marcel.
In café Derby
wordt Het Vliegend Wiel opgericht, dat vanaf 1945 Gent-Wevelgem
organiseert. Maurice Stragier is lid van het inrichtend bestuur.
Op 16 februari 1949
dient Stragier een aanvraag in om de titel van Burgerlijk Weerstander te
bekomen, een titel die hij bekomt op 5 januari 1953 omwille van o.a. het
begeleiden tijdens de bezetting van jonge werkweigeraars over de
Belgisch-Franse grens en hen werk bezorgd te hebben bij Franse landbouwers.
Maurice Stragier
overlijdt te Kortrijk op 3 oktober 1957.
Alberic Rebry,
geboren te Rollegem-Kapelle op 8 juli 1895 en oudere broer van Gaston, dient op
11 januari 1949 eveneens een aanvraag in waarbij hij verzoekt om de titel van
Burgerlijk Weerstander. Dit wordt hem geweigerd op 5 november 1951 door de
controlecommissie voor Burgerlijke Weerstanders.
[1]
Bron: “Repressie en interneringskampen in Kortrijk (1944-1947)” Van
Joost Ballegeer
[2]
Jérôme Dufromont (1913-1986), 3de
in Gent-Wevelgem 1934, 2de in 1935, 16de in 1936 en 9de
in 1945.
[3]
REIGARTS, vermoedelijk een
letterkeer voor STRAGIER. Meer over deze figuur op het einde van deze rubriek
over Gent-Wevelgem.
[4]
Alfred Hamerlinck (1905-1993) won
twee etappes in de Ronde van Frankrijk van 1931.
[5]
Joseph Demuysere (1907-1969), won
een etappe in de Ronde van Frankrijk 1929, twee etappes in de editie van 1931
en Milaan-San Remo in 1934.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten