zondag 4 december 2022

Gent-Wevelgem en Gaston Rebry

 

Gent-Wevelgem en Gaston Rebry

 

Een schat aan informatie over Gent-Wevelgem is te vinden in volgende werken:

  • “Gent-Wevelgem” van Rudy Neve – Heemkundige Kring Wibilinga – Wevelgem – 2003;
  • “75 Gent-Wevelgem” van Rik Vanwalleghem, Rudy Neve en Koen D’haene – Uitgeverij Kannibaal – 2012.

Hoewel Gaston Rebry nooit startte in Gent-Wevelgem is zijn naam onlosmakelijk verbonden aan deze Vlaamse wielerklassieker.

Gaston Rebry wordt geboren te Rollegem-Kapelle op 29 januari 1905. Het gezin Rebry verhuist in 1919 naar Wevelgem. Hij huwt in 1927 met Martha Vansteenkiste uit Wevelgem.

Gaston bouwt een wielercarrière uit van 1923 tot 1939. In de Ronde van Frankrijk van 1928, 1929, 1931 en 1932 behaalt hij telkens een ritoverwinning. Op 5 april 1931 wint hij een eerste maal Paris-Roubaix. Wielerminnend Wevelgem is niet weinig trots met zo’n kampioen-inwoner.

Gaston Rebry tijdens de Ronde van Frankrijk 1932 – Foto: Agence de presse Mondial Photo-Presse, Public domain via Wikimedia Commons.

De Wevelgemse wielerclub De Leiegalm organiseert op 19 mei 1931 De Eerste Grote Prijs Gaston Rebry voor onderbeginnelingen.

Zijn topjaar is 1934 met overwinningen in Paris-Nice (eindwinnaar), de Ronde van Vlaanderen en Paris-Roubaix. In 1935 wint hij voor de derde maal Paris-Roubaix.

1934 - Foto: Courtesy rik holvoet

Wevelgem, vooral in de persoon van Gerard Margodt, speelt met de idee om een echte koers te organiseren ter ere van Rebry, de basis voor Gent-Wevelgem is gelegd.

De eerste editie van Gent-Wevelgem wordt georganiseerd voor junioren, op zondag 9 september 1934. Ook de tweede editie van 1935 is een wedstrijd voor junioren. Van 1936 tot en met 1939 wordt de wedstrijd ingericht voor onafhankelijken.

Het inrichtend comité bij de start te Gent in 1936, met Gaston Rebry in het midden, met pet (foto: Gent-Wevelgem van Rudy Neve)

Gaston Rebry bouwt en baat ondertussen het café “Paris-Roubaix” uit, gelegen op de Posthoornhoek in de Menenstraat te Wevelgem.

Bron: Gent-Wevelgem van Rudy Neve

Vanaf 1940 wil men een wedstrijd organiseren voor beroepsrenners maar het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog steekt er een stokje voor. De plannen worden voor onbepaalde tijd opgeborgen.

Tijdens de bezetting is Gaston Rebry niet onbesproken. Dat valt te lezen in “Gaston Rebry, De eerste Vlaamse monsieur Paris-Roubaix van Patrik Rebry, Tonny Rebry en Rudy Neve – Cultuurdienst Ledegem – 2011”:

“Gaston heeft altijd veel gewerkt. Dat was onder de Duitse bezetting niet anders. Zijn café bleef gewoon open. In juli 1940 werd hij door de Duitsers gearresteerd, omdat hij benzine die bestemd was voor het leger zou hebben verkocht. De bezettende overheid veroordeelde hem tot niet minder dan zes jaar gevangenisstraf, maar enkele maanden later werd zijn straf weer kwijtgescholden.

Hij blauwde ook veel. Op een keer werd hij door commiezen opgepakt. Met het smoesje dat hij toch zijn vrouw moest inlichten, gingen ze nog even bij haar langs. Hij liep toen dwars doorheen het café door de achterdeur weer naar buiten om zich in het graanveld achter het huis te verstoppen. De douaniers konden hem niet meer vinden. Een hele tijd moest hij ondergedoken leven, want regelmatig kwamen ze controleren of Gaston er niet was. Nelly herinnert zich nog hoe haar vader eens halsoverkop de trap opspurtte om zich te verstoppen achter de grote schoorsteen op het dak.

In 1942 kreeg hij opneiuw problemen met de douane. “Werkloos sinds de stopzetting van de grote internationale wedstrijden bleef de Belgische wielrenner Gaston Rebry, winnaar van meerdere grote klassiekers, rondtoeren op de wegen van het noorden … maar dan om zich te wijden aan smokkel”, meldde de Frans krant La Croix van 27 februari laconiek. De Franse politie had Gastons kompanen betrapt in Armentières toen zijn camion, volgeladen met zakken tarwe, panne had. Gaston werd bij verstek veroordeeld tot 3 jaar gevangenis en een fikse geldboete. Hoewel hij op nauwelijks twee kilometer van de grens woonde, zette hij daarna nooit meer een voet over de schreve. Zelfs niet toen alle nog levende oud-winnaars werden uitgenodigd op het jubileumfeest naar aanleiding van de vijftigste editie van Parijs-Roubaix. Hij was er nochtans graag bij geweest.”


Ook na de bezetting komt Rebry in de moeilijkheden.

Op 24 januari 1945 vordert de krijgsauditeur van Kortrijk de rijkswachtcommandant te Menen over te gaan tot zijn internering wegens de betrekkingen die hij met den vijand heeft onderhouden … Gaston Rebry wordt opgesloten in het interneringscentrum te Kortrijk vanaf 27 januari 1945.

Eugeen Scherpereel houdt in het interneringscentrum De Wikings een dag boek bij tussen 5 september 1944 en 18 februari 1947. Voor vrijdag 9 februari 1945 noteert hij “Sportverslag door Gaston Rebry over zijn koersen”[1]

In het Kortrijksch Handelsblad van 3 februari 1945 wordt een lezersbrief gepubliceerd “Rond de interneering van Oud-Renner Gaston Rebry”:

“Zooeven kom ik met de grootste verontwaardiging te vernemen dat oud-renner Gaston Rebry aangehouden is geworden en ten onrechte beschuldigd wordt gedurende de bezetting deel uitgemaakt te hebben van de Gestapo.

Met de meeste overtuiging mag ik hier verklaren dat Gaston TOTAAL ONSCHULDIG is aan aan de tegen hem ten laste gelegde feiten. Dat zou ik duizendmaal durven zeggen en herhalen. Tijdens de bezetting werd Gaston openlijk aangewreven dat hij dienst deed bij de Gestapo. Gezien de openbare geruchten, begin ik ook te twijfelen. Op een zeker oogenblik heb ik hem persoonlijk gaan vinden en hem de waarheid daaromtrent gevraagd. Toen ontkende hij die valsche beschuldiging op zijn eerewoord. Doch toen was ik nog niet gerust en onopgemerkt heb ik, tien dagen lang, Gaston Rebry bespied. Op de meest verschillende tijdstippen van den dag, ben ik bij hem ten huize geweest. Nu eens was het in den vroegen morgen, dan eens in den namiddag en verder in den laten avond.

Gezien ik een uitmuntende kameraad ben van Gaston, trok ik bij het binnentreden in zijn café rechtstreeks ieder maal de keuken binnen. Op mijn eerewoord mag ik hier voor al de inwoners van Wevelgem en het omliggende en al die hem kennen bevestigen dat ik Gaston nimmer of nooit in gezelschap gezien heb van verdachte personen. Steeds was hij thuis …

Dien ten gevolge vraag ik mij af WAAR en WANNEER hij als Gestapo dienst zou gedaan hebben? Er mag niet vergeten worden dat het binst die tien dagen was dat Gaston den naam had jongelingen aan te houden. Meermalen werd mij gezegd: “Gaston heeft hier of Gaston heeft daar dienstweigeraars gesnapt” … Maar als ik dan die vuile tongen ondervroeg mij dag en uur nader te bepalen, dan moest ik bestatigen dat op bepaalde datum en uur ik samen met hem aan ’t kaartspelen was in de keuken.

Ziehier een typisch geval van echten laster tegen Gaston Rebry: Zekeren dag bevond ik mij in een café te Meenen (de naam dezer houd ik ter beschikking der belangstellenden). Ik trakteerde de baas en deze zegde mij: “Hewel, wat zegt ge nu van uw kameraad?” Ik vroeg hem wie hij bedoelde. “Wel, Gaston. Deze heeft hier gisteren namiddag drie jongelingen aangehouden”. Ik vroeg hem het juiste uur te bepalen. De cafébaas zegde mij dat het omstreeks 4 uur was. Een gebuurvrouw had dit gezien, waarop ik hem antwoordde dat het totaal onmogelijk was want dat ik denzelfden namiddag met Gaston kaart gespeeld had van 2 tot 6.30 uur. De patroon, die wist dat ik daarom niet liegen zou, verklaarde dan dat zijn gebuurvrouw moest miszien hebben.

Maar als nu beweerd wordt dat Rebry in de meeste verschillende deelen van West-Vlaanderen jongelingen aanhield en op hetzelfde oogenblik ik en nog andere makkers bij hem thuis waren, mag men besluiten dat Rebry een dubbelganger had, die bij de Gestapo dienst deed. Renner Dufromont[2] kan dit insgelijks bewijzen. Deze heeft ook dezelfde personnage aan ’t werk gezien en was insgelijks overtuigd dat het Rebry was, maar toen hij begon te spreken, was het een gansch andere taal dan deze van Rebry. Hoeveel zijn er niet die Rebry heel goed kennen, maar nog nooit zijn spraak gehoord hebben, zoodat missen hier heel menschelijk is … Maar het is een gekend feit dat te Wevelgem de menschen jaloersch zijn en zich gemakkelijk tot de kritiek leenen als het een persoon betreft, die van uit een werkersfamilie het tot een beteren stand heeft weten te brengen.

Indien Gaston waarlijk plichtig ware – iets wat totaal uitgesloten is – zou ik de eerste zijn om zijn handelswijze te laken; want de tientallen jongelingen van Wevelgem en omliggende die ik bij de boeren van Frankrijk geplaatst heb, om op die manier te ontsnappen aan de Duitsche Feldgendarmerie en Gestapo, kunnen hier getuigenis afleggen wat ik voor het Hitlerregiem gevoel.

Is er hier dan geen middel om persoonlijk tegen deze valsche beschuldigingen op te treden? Of mag iemands eer en faam aldus maar eenvoudig weg door den modder gesleept worden, zonder eenig bewijs dat Gaston Rebry bij de Gestapo dienst zou hebben gedaan? Dat men de talrijke klienten van Gaston die bij hem ten huize gingen oproepe, dan zal het gerecht kunnen oordeelen over zijn schuld, want het is een echt wraakroepend schandaal, zonder de minste bewijzen en voortgaande op onderduimsche werking van lastertongen een onschuldige op te sluiten.

Het is te hopen dat het gerecht weldra ingrijpe.

REIGARTS.[3]

NOTA DER REDAKTIE

Na ontvangst van dit schrijven zijn wij onmiddellijk inlichtingen gaan inwinnen, uit zeer goede bron vernemen wij dat stellige klachten zouden ingediend geweest zijn tegen Gaston Rebry en dat de zaak onmiddellijk zal onderzocht worden in hoezeer deze beschuldigingen waar zijn, het ware misschien wel interessant de schrijver van bovenstaand schrijven eens te onderhooren, een feit staat vast is de sympatieke Rebry schuldig, dan moet hij verantwoorden, is hij niet schuldig dan moet hij onmiddellijk in eer hersteld worden.”

Vanaf 26 februari 1945 wordt Rebry “ten huize” geïnterneerd, hij komt vrij op 1 maart 1945.

Het Kortrijksch Handelsblad van 7 maart bericht over zijn vrijlating:

“De oud-renner Rebry, die in de “Wikings” enkele weken geleden geïnterneerd werd, is terug in vrijheid gesteld. De aanklager, gesteld in tegenwoordigheid van de foto’s van Rebry en zijn weergade – een Bruggeling, naar het schijnt – heeft die laatste erkend als de opgezochte Gestapo.

Haemerlinck[4] en Jef Demuysere[5], oud-gloriën der wielerbaan, die eveneens in dergelijke zaak waren betrokken, zijn in voorloopige vrijheid gesteld.”

De bekommernissen blijven Gaston Rebry parten spelen. Het Kortrijksch Handelsblad van woensdag 18 juli 1945 meldt dat hij aangehouden is:

“Zaterdagavond werd de welgekende ex-beroepsrenner Gaston Rebry, wonende te Wevelgem, en houder van het café “Parijs-Roebaais”, ten zijnen huize door de rijkswacht aangehouden in verband met een zaak van valschmunterij, welke in de grensstreek een groote aktiviteit aan den dag legt. Naar verluidt zouden verschillende valsche bankbiljetten van 500 fr. in zijn bezit gevonden geweest zijn. Deze werd dan ook aangehouden en naar het gevang van Kortrijk overgebracht.

Onderzoeksrechter h. Sabbe, van Kortrijk, is met het verder onderzoek gelast.”

In het Kortrijksch Handelsblad van 1 augustus 1945 verschijnt een artikeltje over zijn vrijlating:

“Enkele dagen geleden hebben wij de aanhouding gemeld van ex-wielerkampioen Gaston Rebry, uit Wevelgem, die in het bezit was van valsche bankbiljetten van 500 fr. Rebry werd thans door den hr onderzoeksrechter Sabbe, aan wie hij den noodigen uitleg en de herkomst dezer valsche biljetten kenbaar maakte, in vrijheid gesteld.

Deze biljetten werden hem door smokkelaars, waarvan hij de persoonsbeschrijving heeft kunnen opgeven, ter hand besteld.”

Na de bevrijding worden de plannen weer bovengehaald om Gent-Wevelgem te organiseren voor beroepsrenners. De eerste professionele wedstrijd voor deze categorie wordt gereden op 29 september 1945. Gaston Rebry is voorzitter van het inrichtend comité.

Het inrichtend bestuur in 1945 aan het café “Au Paris-Roubaix” van voorzitter Gaston Rebry, in het midden zonder das (Foto: Gent-Wevelgem van Rudy Neve).

Gaston Rebry, in het midden met hoed, voor de start van Gent-Wevelgem 1946. Links Maurice Desimpelaere, uit Wevelgem, die tweede zal eindigen en de editie 1947 zal winnen (Foto: Gent-Wevelgem van Rudy Neve).

Totaal onverwacht sterft Gaston Rebry op 3 juli 1953 aan een hartaanval. Echtgenote Martha Vansteenkiste en de kinderen wijken uit naar Canada. Het prachtig café-chalet “Au Paris-Roubaix” wordt gesloopt in de jaren zestig, na jarenlange leegstand en verkrotting.

We komen nog even terug op de schrijver van de brief gericht aan het Kortrijksch Handelsblad, die ervan overtuigd was dat Rebry onschuldig geïnterneerd werd.

Zoals aangegeven in voetnoot zou het hier kunnen gaan over een zekere Stragier, meer bepaald Maurice Stragier, een vlaskoper, geboren te Wevelgem op 1 april 1897.

Maurice Stragier als milicien van de klasse 1919.

Op 17 juni 1922 treedt hij in het huwelijk met Julia Parmentier, met wie hij later de herberg Derby uitbaat in de Lode de Boningestraat te Wevelgem.

Bij vonnis van 7 maart 1936 worden zijn voornamen Remi-Cyriel gewijzigd in Maurice Marcel.

In café Derby wordt Het Vliegend Wiel opgericht, dat vanaf 1945 Gent-Wevelgem organiseert. Maurice Stragier is lid van het inrichtend bestuur.

Op 16 februari 1949 dient Stragier een aanvraag in om de titel van Burgerlijk Weerstander te bekomen, een titel die hij bekomt op 5 januari 1953 omwille van o.a. het begeleiden tijdens de bezetting van jonge werkweigeraars over de Belgisch-Franse grens en hen werk bezorgd te hebben bij Franse landbouwers.

Maurice Stragier overlijdt te Kortrijk op 3 oktober 1957.

Alberic Rebry, geboren te Rollegem-Kapelle op 8 juli 1895 en oudere broer van Gaston, dient op 11 januari 1949 eveneens een aanvraag in waarbij hij verzoekt om de titel van Burgerlijk Weerstander. Dit wordt hem geweigerd op 5 november 1951 door de controlecommissie voor Burgerlijke Weerstanders.


 



[1] Bron: “Repressie en interneringskampen in Kortrijk (1944-1947)” Van Joost Ballegeer

[2] Jérôme Dufromont (1913-1986), 3de in Gent-Wevelgem 1934, 2de in 1935, 16de in 1936 en 9de in 1945.

[3] REIGARTS, vermoedelijk een letterkeer voor STRAGIER. Meer over deze figuur op het einde van deze rubriek over Gent-Wevelgem.

[4] Alfred Hamerlinck (1905-1993) won twee etappes in de Ronde van Frankrijk van 1931.

[5] Joseph Demuysere (1907-1969), won een etappe in de Ronde van Frankrijk 1929, twee etappes in de editie van 1931 en Milaan-San Remo in 1934.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten