Posts tonen met het label Casier. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Casier. Alle posts tonen

zondag 4 december 2022

Samenstelling van de Wevelgemse gemeenteraad bij het uitbreken van de oorlog

 

Samenstelling van de Wevelgemse gemeenteraad bij het uitbreken van de oorlog

 

De laatste gemeenteraadsverkiezingen vóór de oorlog vinden plaats op 16 oktober 1938. In Wevelgem zijn dertien zetels te begeven.

De Katholieken behalen acht zetels en een volstrekte meerderheid:

·         lijsttrekker Remi Wallays[1] wordt burgemeester met 567 voorkeurstemmen;

·         Gaston Gheysen[2] wordt eerste schepen;

·         Jozef Masselis[3] wordt tweede schepen;

·         Georges Busschaert[4] wordt derde schepen;

·         Gerard Casier[5], Maurice Masselis[6], Maurice Debonne[7] en Gerard Vanmaercke[8] zijn de gemeenteraadsleden.

De Gemeentebelangen behalen drie zetels (Jozef Delmotte, Jules Van Ackere[9] en Remi Moerkerke[10]) en de Socialisten twee zetels (Jules Deconinck[11] en Maurits Verbrugghe).

Op 18 april 1941 richt Gerard Romsée, Secretaris-Generaal bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid, een schrijven aan alle burgemeesters dat, ingevolge een beslissing van de bezettende overheid, alle werkzaamheden van de gemeenteraden tijdens de oorlog verboden zijn.

De vergaderingen van het college van burgemeester en schepenen (CBS) blijven wel verder doorgaan. In september 1942 is burgemeester Remi Wallays niet meer aanwezig en wordt het College voorgezeten door schepen Gaston Gheysen, die dienstdoend burgemeester is van 27 september 1942 tot 1 oktober 1942. Maken verder deel uit van het College: schepenen Masselis en Busschaert en secretaris Jules Dujardin. Ze blijven op post gedurende gans de oorlog.

Remi Wallays wordt door de Duitse bezetter het verbod opgelegd om nog de functie van burgemeester uit te oefenen en wordt op 1 oktober 1942 vervangen door Michel Byttebier.



[1] Remi Wallays, geboren te Wevelgem op 23 januari 1892 en er gestorven op 7 juni 1971, was gemeenteraadslid voor de Katholieken van 1922 tot 1946 en burgemeester vanaf 1933 tot 1946. Hij was tevens provincieraadslid van 1921 tot 1946 en senator van 1946 tot 1954. Hij huwt op 6 oktober 1920 Adriana Deneckere, is de broer van Achiel, die hem in 1947 als burgemeester opvolgde, en vader van Madeleine die later schepen werd.

Foto genomen aan de ingang van het gemeentehuis bij de inhuldiging van Remi Wallays als burgemeester op 13 september 1933.
V.l.n.r. zien we : Henri D'Artois (bestendig afgevaardigde), Henri Heytens (schepen), Remi Wallays (burgemeester), pastoor Yserbyt.
Achteraan in het midden herkennen we notaris Frederic De Boninge.
Foto: Verzameling Magda en Willem Masselis De Witte, Wevelgem.

[2] Gaston Gheysen, geboren te Wevelgem op 12 oktober 1896 en er overleden op 23 juli 1960, was de vader van Frans, die later gemeenteraadslid en schepen werd te Wevelgem.

[3] Geboren te Wevelgem op 16 januari 1891.

[4] Georges Busschaert, geboren te Wevelgem op 23 december 1897, was schepen van 1 januari 1939 tot 31 oktober 1946 en opnieuw van 1 januari 1959 tot 31 januari 1971.

[5] Vlaskoper Gerard Casier, geboren te Wevelgem op 17 april 1895 en er overleden op 13 maart 1976, was gemeenteraadslid van 1939 tot 1946 en schepen van 1947 tot 1953.

[6] Geboren op 10 oktober 1906 en overleden te Kortrijk op 21 januari 1973.

[7] Aan Maurits Debonne, geboren te Wevelgem op 30 maart 1897 en er wonende in de Roeselarestraat 41, wordt op 9 oktober 1948 de hoedanigheid van Gewapend Weerstander toegekend voor de periode van 1 december 1942 tot 15 september 1944.

[8] Het mandaat van gemeenteraadslid van Gerard Vanmaercke, geboren te Wevelgem op 24 november 1907 en overleden te Luik op 21 juni 1981, werd op 15 juni 1945 door de Bestendige Deputatie van West-Vlaanderen vervallen verklaard “overwegende dat uit het gedane onderzoek ondermeer is gebleken dat belanghebbende tijdens de bezetting werken voor de bezettende overheid op het vliegveld te Wevelgem uitgevoerd heeft en daarenboven, in 1944, voor het Duitsch leger anti-tank versperringen in zijn werkhuizen vervaardigd heeft”. Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk wordt hij op 3 maart 1949 in zijn burgerlijke en politieke rechten hersteld waarvan hij beroofd was.

[9] Jules Constant Van Ackere (1873-1962) was burgemeester van Wevelgem van 1927 tot 1932.

[10] Remi Moerkerke zal sterven aan het oostfront.

[11] Jules Deconinck (1897-1979), gemeenteraadslid van 1927 tot 1976 en volksvertegenwoordiger van 1929 tot 1932, van 1936 tot 1939 en van 1949 tot 1964, richt op 29 augustus 1940 en 20 september 1940 brieven aan Michel Tommelein, waarmee hij het Manifest van Hendrik De Man onderschrijft door zijn opmerkingen erop te geven. Het Manifest van 28 juni 1940 dat Hendrik De Man aan de leden van de Belgische Werkliedenpartij richtte  en dat vooral na de Tweede Wereldoorlog inging als een lofzang op de Nieuwe Orde, ging uit van de Duitse overwinning.

Jules Deconinck


Wevelgem: politieke toestand na de bevrijding

 

Wevelgem: politieke toestand na de bevrijding

 

De Belgische regering in Londen vaardigt in mei 1944 twee besluitwetten uit. De besluitwet van 5 mei 1944 vernietigt zowat alle bestuursdaden die o.a. de schepencolleges hadden gesteld. Dit betreft ook de benoeming van Byttebier als burgemeester.

Michel Byttebier ondertekent zijn laatste notulen op 22 augustus 1944 en vanaf 29 augustus 1944 kan Remi Wallays zijn ambt weer opnemen en ondertekent hij opnieuw “onder voorbehoud”.

Op woensdag 6 september 1944, rond 10 uur, rijden de eerste twee lichte Britse verkenningstanks via de Lauwestraat Wevelgem binnen. Nergens ondervinden ze enige weerstand want de Duitsers hadden reeds op 2 september onze gemeente ontruimd[1].

Opvallend dat, na 13 september 1944, schepenen Gheysen, Masselis en Busschaert niet (meer) aanwezig zijn in het schepencollege en geen kandidaat meer zullen zijn bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen.

Op personen die tijdens de bezetting op hun vooroorlogse post gebleven zijn rust in vele gevallen een verdenking van onvaderlands gedrag.

Om het Schepencollege te vervolledigen worden de oudste gemeenteraadsleden opgeroepen, o.a. Jules Deconinck.

Op 27 september 1944 richt burgemeester Wallays een schrijven aan de provinciegouverneur, waarin hij volgende moeilijkheden signaleert:

“Daags na de bevrijding van het grondgebied van de gemeente werd aan alle drie de heren Schepenen – aangesteld vóór mei 1940 – verbod gegeven door het O.F.-P.A. nog verder hun functie uit te oefenen. De reden van dit optreden werd mij niet medegedeeld. Zondag 24 september werd den heer schepen Busschaert[2] aangehouden op onwettige manier, namelijk zonder vordering van mijnentwege. Zijn dossier werd mij niet overgemaakt. Een onderzoek is door de rijkswacht ingesteld. Hij werd heden middag voorlopig in vrijheid gesteld.

Twee onderwijzers van de gemeenteschool werden aangehouden, eveneens door het O.F.-P.A.. Een ervan werd voorlopig vrijgelaten, doch met verbod zijn dienst te hervatten. Wie is bevoegd om, bij ordemaatregel, deze onderwijzers te schorsen? Ingevolge het schrijven van den Heer Minister bezit de Burgemeester daartoe de macht niet.

Drie gemeenteonderwijzers[3] maken deel uit van het O.F.-P.A. en vragen een verlof aan van één maand om hun functie bij voornoemde organisatie te kunnen voortzetten. Kan in dit geval iets anders toegestaan worden dan een verlof zonder wedde om persoonlijke redenen?

Een tijdens de bezetting vast benoemd politieagent en een gewoon hulppolitieagent hebben hun dienst verlaten zonder hem op te zeggen, om dienst te nemen bij het O.F.-P.A.. Wat staat er in dit geval door het gemeentebestuur te doen?

Het gemeenteraadslid Moerkerke zou, in dienst van de Duitse weermacht gesneuveld zijn in Rusland, doch een officieel bericht dienaangaande bestaat er niet. Mag de gemeenteraad tot de aanstelling van zijn plaatsvervanger overgaan in de eerstvolgende zitting?”

Op 3 maart 1945 richt de burgemeester een schrijven aan de arrondissementscommissaris te Kortrijk.

“In antwoord op uw rondschrijven n° 2636 van 1 februari 1945 hebben wij de eer U te laten weten dat tot nog toe geen enkel lid van ons schepencollege geschorst werd bij ordemaatregel.

De drie schepenen echter hebben vanwege het O.F. bij de bevrijding verbod ontvangen nog te zetelen, en werden zelfs gedurende enkele uren, onrechtmatig opgesloten.

Sinds hebben zij de zitting van het College niet meer bijgewoond, en werden, bij toepassing van artikel 107 der gemeentewet, telkens vervangen door de aanwezige oudste raadsleden, namelijk HH. Masselis Maurits (katholiek), Deconinck Jules (socialist) en Casier Gerard (katholiek).

Mr. Van Ackere werd niet opgeroepen omdat hij telkens afwezig was. Hij verblijft bijna bestendig in het buitenland.

De meerderheidsgroep heeft tot nog toe ingestemd met deze doenwijze die strookte met de wettelijkheid, doch, ingeval een of meer schepenen rechtmatig moesten geschorst worden zou zij zich gerechtigd achten hare houding te herzien, en de vervanging te vragen door personen behorende tot de meerderheidsgroep.

In alle ander gevallen van afwezigheid zal, in de toekomst zoals in het verleden, stipt artikel 107 der gemeentewet toegepast worden.

Aanvaard, Mijnheer de Commissaris, de betuiging onzer hoogste achting.”

Op 6 juli 1945 beslist het Provinciaal Bestuur van West-Vlaanderen de drie schepenen Georges Busschaert, Gaston Gheysen en Jozef Masselis als schepen af te zetten,

“overwegende dat de drie schepenen na aanwezig geweest te zijn op de inhuldigingsplechtigheid van den oorlogsburgemeester Byttebier, door hun houding tegenover hem de waardigheid van hun ambt bij de bevolking in opstand hebben gebracht; dat zij daarenboven, niettegenstaande zij de meerderheid in het college vormden een onvoldoende weerstand aan de werking van den oorlogsburgemeester geboden hebben en zich te veel door den Heer Byttebier voornoemd op sleeptouw hebben laten nemen.”

Deze afzettingsprocedure lijkt in strijd te zijn met het agendapunt van de gemeenteraad van 2 december 1946, waarin sprake is van ontslagbrieven, ingediend door de drie schepenen.

De eerste gemeenteraadsverkiezingen na de oorlog worden gehouden op 24 november 1946.

De CVP behaalt opnieuw de volstrekte meerderheid, deze keer met tien zetels. Worden verkozen: lijsttrekker Achiel Wallays[4] (met 819 voorkeurstemmen wordt hij burgemeester in opvolging van zijn broer Remi), Gerard Casier, Maurits Masselis, Gaston Lietaer, Hector Duhamel[5], Robert Pollefeyt, Maurice Debonne, Georges Peferoen, Remi Wallays (133 voorkeurstemmen op de derde laatste plaats van de lijst) en Jerome Vanhove.

Achiel Wallays

Gerard Casier, Hector Duhamel en Gaston Lietaer worden de schepenen.

De Socialisten behalen drie zetels. Worden verkozen: Jules Deconinck, Jules Chambart en Alfons Durnez.


 



[1] Bron: “Wevelgem in beeld – een terugblik” – heemkundige kring Wibilinga – Wevelgem 1997.

[2] In het julinummer van het sluikblad “België Vrij” staat o.a. het volgende te lezen: “’t Koolzaad van schepen Busschaert, ongeveer 1 ha, is naar de maantjes samen met zijn wagen. Dit heerschap zal nog van ons horen”.

[3] Vermoedelijk worden hier Jan Cyriel Silverans, Jules Maurice Soenen en Maurice Vankeirsbilck bedoeld.

[4] Achiel Wallays (1895-1978) was burgemeester van Wevelgem van 1947 tot 1970.

[5] Hector Duhamel was burgemeester van Wevelgem van 1971 tot aan de fusie in 1976.