Passendale: burgemeester André Camerlynck blijft op
post
Notaris André Camerlynck, geboren te
Passendale op 14 december 1899 als zoon van Passendaals notaris en
gemeenteraadslid Remi Camerlynck, gehuwd met Marie-Jeanne De Bal, is
oudstrijder 1914-1918. Hij wordt op zijn beurt notaris, en schepen, vanaf 1927,
en burgemeester van Passendale, vanaf 1933.
Hij blijft aan tijdens de oorlog samen met
zijn schepenen Camiel Noyez en Paul Vanneste. Op 9 januari 1941 neemt Vanneste
ontslag als schepen en wordt opgevolgd door het oudste gemeenteraadslid, René
Cappelle. Na de bevrijding mag Camerlynck niet meer in de functie van
burgemeester functioneren. Schepen Camiel Noyez wordt dienstdoende burgemeester
en wordt vanaf 1947 officieel burgemeester van Passendale. Camerlynck neemt
ontslag, dat bij Regentsbesluit van 4 juni 1946 aanvaard wordt.
Via een brief die zijn broer Jozef[1]
op 22 oktober 1944 richt aan R. Philips, secretaris van de minister van
Justitie, vernemen we dat André Camerlynck geïnterneerd wordt te Sint-Kruis vanaf
28 september 1944:
“Waarde Heer Philips,
Eerst en vooral is het mij een
aangename plicht U van harte te danken voor al hetgeen U doet in de ongelukkige
zaak van mijn broeder, André Camerlynck, Burgemeester en Notaris te
Passchendale, aangehouden op 28 september l.l. en nog steeds in het kamp van
St. Kruis bij Brugge.
Heden was ik in Passchendale:
de menschen spreken van het schandaal van Passchendale, niemand kan begrijpen
dat de Burgemeester nog steeds opgesloten is, hij die alles gedaan heeft wat
eenigszins mogelijk was om zijn gemeente op alle gebied goed te besturen.
Het zou volstaan eens
onpartijdig een onderzoek in te stellen op de gemeente Passchendale … en na te
gaan wie de aanklagers zijn, welke notorieteit zij genieten, welk gedrag zij
hebben en gehad hebben. De bevolking is 90 tot 95% gestemd voor mijn broeder en
verlangen om zijn bevrijding en terugkeer.
De Overheid: schepenen der
gemeente, de geestelijkheid, de onderwijzers, de bijzonderste ingezetenen der
gemeente kunnen getuigen dat mijn broeder gedurende de oorlog geen enkele
anti-nationale daad heeft gesteld, dat hij eenvoudig de bevelen der bezettende
overheid heeft uitgevoerd. In mei 1940 was hij “als burgemeester” de eenige ambtenaar
die ter plaatse bleef. Schepenen, secretaris, gemeente-ontvanger, kapitein der
passieve luchtbescherming enz … allen waren gevlucht[2].
Zijn aanklagers handelen
eenvoudig uit jaloerschheid, haat, misnoegdheid en zoeken eenvoudig een deftig
persoon en een eerlijke familie te treffen en moeilijkheden te berokken.
Ik kan niet begrijpen hoe het
mogelijk is dat een Krijgsgerecht of minstens een of andere persoon daaraan
verbonden aan zulk een aanklacht tegen mijn broeder hebben gevolg gegeven. Wat
niet kon geschieden na de bevrijding hebben enkele leden der Witte Brigade
bekomen van het Krijgsgerecht … zonder maar eens na te gaan tegenover welke personaliteit
zij optraden, zonder de oorzaak na te vorschen geeft men zoo maar eenvoudig
opdracht tot aanhouding … tot een huisonderzoek en verdere onaangenaamheden. Ik
vraag me dan af welke invloeden hebben hier gehandeld?
Er is iets, geloof me vrij,
Waarde Heer Philips, dat niet in orde is.
Gisteren vernamen wij van Heer
Advocaat Verougstraete uit Brugge, dat twee personen in vrijheid werden
gesteld: een zekere Bourgain, Visscher en een zekere Clipteur, aannemer,
personen die volgens den Heer Verougstraete meer dan plichtig waren.
Een ander persoon bekwam de
vrijheid door tusschenkomst van Heer Minister Van Ackere (socialist).
Hoe komt het dat sommige
nijveraars uit het Roeselaarse door bijzondere tusschenkomst van het
Krijgsgerecht Brugge niet verontrust worden? Het zou zekerlijk volstaan bij het
hooger personeel van het Stadhuis Roeselare een enkwest te doen.
Maar ja … wij beleven beroerde
tijden, en niemand durft handelend optreden.
Wij zijn katholiek, steunen
ons op liefde en rechtvaardigheid en … moeten wij daarin een oorzaak vinden of
zoeken voor de onrechtvaardige behandeling.
Het mag evenwel niet dat wij
Katholieken door een kliekje “ongeloovige, vrijmetselaars, andersdenkenden, en
hoe men ze ook noemen wil”, door enkele rechters zonder ondervinding en met
haat bezield, ons laten in de hoek drijven en bloot gesteld worden aan
verdragende moeilijkheden.
De Heer Minister – Katholiek –
moet optreden, hij kan het, aan dit schandaal moet er een einde komen, het moet
eens uit zijn met leugental en bedrog, met ons naar de vier hoeken van het land
te zenden.
Het mag niet dat een voornaam
persoon aan het hoofd eener belangrijke studie, burgemeester sedert 12 jaar,
zoo maar een maand opgesloten wordt … omwille van een aanklacht uitgaande van
personen, zonder naam, zonder geweten, zonder verleden.
Ik heb eraan gehouden U deze
harde taal neer te pennen niet voor U, Waarde Heer Philips, maar wel om U te
laten uitschijnen dat er iets niet in orde is en ook het bewijs te leveren dat
er kan een einde gesteld worden aan het wilkeurig optreden van sommige
personen.
Het Ministerie van Justitie, door
de handelwijze van sommige personen mag toch geen schijn geven van goedkeuring.
Er is toch nog een rechtvaardigheid in ons België, of moeten wij wanhopen?
Ik dank U van harte voor
hetgeen U nog zult kunnen doen en bied U, Waarde Heer Philips, de verzekering
mijner volkomen hoogachting.”
Notaris André Camerlynck
Later krijgt André Camerlynck de titel van
ere-burgemeester, hij overlijdt te Roeselare op 9 februari 1982.
[1]
Jozef Camerlynck, geboren te Passendale op 8 maart 1904 en overleden te
Roeselare op 18 mei 1976, was een spilfiguur bij de uitbouw van de Bank van
Roeselare. Samen met zijn echtgenote Simonne Vanneste richtte hij na WOII de
VZW “Onze Kinderen” op, een vereniging die hulp verleende aan kinderen in
probleemsituaties. Het echtpaar was ook betrokken bij de oprichting van het
Dominiek Savio Instituut in Gits. Een andere broer van André en Jozef was
kanunnik Arthur Camerlynck.
[2]
Volgens Roger Queghebeur in Zwart & Wit in de Westhoek (De Klaproos,
2003) verliet secretaris Germain Vandenweghe in mei 1940 zijn post en vertrok
naar een onbekende bestemming in Frankrijk. Achteraf ondervond hij
moeilijkheden om terug te keren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten