Een historisch onderzoek naar Wevelgem en Zuid-West-Vlaanderen tijdens de Tweede Wereldoorlog. TOEGANG TOT ANDERE POSTS EN HOOFDSTUKKEN VIA BLOGARCHIEF (RECHTS) OF VIA "NIEUWERE POSTS" OF "OUDERE POSTS" ONDERAAN.
maandag 5 december 2022
zondag 4 december 2022
Boekvoorstelling en signeersessie op 4 december 2022
![]() |
Met Geert Lecompte die het grootste deel van de research deed. |
![]() |
Met Griet Vanryckegem, schepen te Menen. |
Op 4 december 2022 stelde ik tijdens een signeersessie mijn boek "Verzet en collaboratie in de regio" voor in de oude raadzaal van Wevelgem.
Ik werd uitstekend en treffend ingeleid door een specialist in het vak, Philippe Haeyaert.
Mijn voorstelling luidde als volgt:
"Goede middag,
Welkom iedereen, familie, vrienden, ex-collega’s van de gemeenteraad, van de spoorweg, oud-klasgenoten, …
Ik zou willen beginnen met een dankwoord te richten aan:
· Geert Lecompte, zonder wie dit boek er niet zou gekomen zijn, het kleinste hoekje van de diepste archieven ontsnapte niet aan zijn onderzoekersoog, hij bezorgde mij de duizenden documenten.
· Marc en Benjamin Desmet van de uitgeverij MOA, die instonden voor de lay-out en de opmaak van het boek, de regie en de contacten met de drukker.
· Het gemeentebestuur van wie ik deze oude raadzaal ter beschikking kreeg voor de voorstelling van mijn boek.
Deze plaats hier is belangrijk voor mij want hier ontstond de idee om het boek te schrijven. Ik herinner me nog goed de septembermaand in 2013 ter gelegenheid van de 25ste Open Monumentendag.
Tijdens de receptie merkte iemand op dat er eigenlijk een foto ontbrak in het rijtje burgemeesters van Wevelgem, tussen Remi en Achiel Wallays: Michel Byttebier, oorlogsburgemeester van 1942 tot 1944, aangesteld in plaats van Remi Wallays, die opzij werd gezet door de bezetter. Zijn schepenen Gaston Gheysen, Jozef Masselis en Georges Busschaert bleven op post. Van toen af aan wilde ik zo veel mogelijk weten over de persoon Michel Byttebier.
Kwam daarbij dat mijn grootvader, langs moederszijde, Maurits Degroote, militair was op het Wevelgems vliegveld toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, en krijgsgevangene en inlichtings- en actieagent tijdens de bezetting. Na de oorlog werd hij aangeduid als adjunct-griffier en tolk bij het krijgsauditoraat te Kortrijk.
Hoe grootvaders mensen kunnen samenbrengen.
Aan Carlos Lecompte heb ik een afzonderlijk hoofdstuk gewijd. Op 15 januari 1944 wordt hij samen met zijn neef Jules Bevernage opgepakt door de Geheime Feldpolizei onder verdenking clandestiene anti-Duitse vlugschriften verspreid te hebben, met name het sluikblad De Vlasser, waaraan een afzonderlijk hoofdstuk werd gewijd.
Tijdens het bombardement van 26 maart 1944 wordt de gevangenis te Kortrijk gedeeltelijk vernield en kunnen ze ontsnappen. Jules Bevernage blijft uit de handen van de Duitsers, echter niet Carlos Lecompte. Hij verblijft in verschillende gevangenissen en kampen en komt slechts thuis te Wevelgem op 23 juni 1945. In de Kortrijkstraat, waar hij woont, hangen de vlaggen uit.
Maar het boek start dus met de figuur Michel Byttebier.
In de jaren 20 is Michel Byttebier onderwijzer in de gemeentelijke jongensschool in de Hoogstraat en is hij o.a. collega van Jan Cyriel Silverans, een toekomstig verzetsstrijder. Vooral tijdens en na de oorlog worden ze mekaars grootste vijand.
In het collectief geheugen van Wevelgem is de naam van Michel Byttebier onlosmakelijk verbonden met het vermeden bloedbad in de Nachtegaalstraat. De aanslag op twee Duitsers in de Nachtegaalstraat op 4 augustus 1944 had niets te maken met de aanslag op een Duits militair in de Moorselestraat, enkele maanden daarvoor, maar veel met het neerschieten van Maurice Pille, een Vlaamse gestapo, uit Moorsele.
De daders van de aanslag in de Nachtegaalstraat kunnen ontsnappen en de Duitsers dreigen de hele buurt te fusilleren.
Dankzij het krachtdadig optreden van Michel Byttebier ontsnappen de inwoners op het nippertje aan een ramp.
Als vergelding wordt de woning van de daders, de familie Denys, wel opgeblazen.
Als je goed toekijkt, zie je op de coverfoto van het boek, Oscar Vandamme, André en Valère Denys zitten op de puinen van hun ontplofte woning.
Vanaf het moment van zijn tussenkomst verwerft Michel Byttebier bijna eeuwig respect en het etiket van “goede oorlogsburgemeester”, tot op heden zelfs, althans dat is mijn aanvoelen.
Na de oorlog wordt Michel Byttebier niettemin op verschillende plaatsen geïnterneerd en op 22 oktober 1945 door de krijgsraad te Kortrijk tot 3 jaar gevangenis en ontzetting uit zijn rechten veroordeeld. Na beroep wordt zijn straf herleid tot één jaar gevangenis. Hij komt diezelfde dag, 21 februari 1946, vrij.
In 1949 wordt hij hersteld in bepaalde rechten waarvan hij beroofd werd en in 1965 wordt hij in eer hersteld. Lang kan hij er niet van genieten, hij overlijdt hetzelfde jaar nog.
Het boek kent geen chronologisch verloop van de oorlog maar is onderverdeeld in rubrieken per deelgemeente, een goeie 60 Z-W-Vlaamse gemeenten van vóór de fusie in 1976, met uitgewerkte thema’s in de meeste gemeenten.
De grootste aandacht werd besteed aan Wevelgem, waar ik geboren ben en waar ik opgroeide als bakkerszoon, op de Wijnberghoek.
De Wijnberghoek is een van de drie parochies van Wevelgem met de Roeselarestraat (gedeeltelijk), Moorselestraat (gedeeltelijk), Wijnberg, Reutel- en Nachtegaalstraat als bijzonderste straten tijdens de bezetting.
De gebeurtenissen die er zich afspelen tijdens en na de oorlog komen zo in aanmerking voor het maken van een boeiende oorlogsdocumentaire of -film. Bijna alle mogelijke oorlogstoestanden zijn aanwezig: de reeds vermelde aanslag in de Nachtegaalstraat, inwoners die kiezen voor medewerking met de bezetter of kiezen voor het verzet en zowel een Engelsman als een Duitser die na de oorlog huwden met een Vlaams meisje, zich vestigden op de Wijnberghoek en als het ware buren werden. Hun relaas vind je in het boek.
Wie zich ook later vestigde in de Nachtegaalstraat was Frans Soenen, 20 jaar mijn politieke vader en medestander in de Wevelgemse gemeenteraad. Zijn vader, een bonder in hart en nieren, was tijdens de bezetting werkzaam op het arbeidsambt te Kortrijk en dat werd hem na de oorlog zwaar aangerekend, hij werd geïnterneerd.
Het eerste wat Frans doet, als hij in 1945 op het einde van het schooljaar gehuldigd wordt, is fier zijn zilveren medaille gaan tonen aan zijn vader die op dat ogenblik geïnterneerd is te Kortrijk.
Wat lezen we nog meer over Wevelgem?
Een Wevelgems gemeenteraadslid dat sneuvelt aan het oostfront. Pas in 1969 wordt zijn akte van overlijden ingeschreven, vermeldend dat hij overleden is in Rusland tussen 6 juni 1942 en 10 mei 1944 op een niet nader te bepalen plaats …
Het politie-, brandweer- en onderwijzerskorps en het gemeentepersoneel in Wevelgem krijgen een afzonderlijk hoofdstuk.
Een hoofdrol is weggelegd voor een aantal onderwijzers uit de Hoogstraat. Ik vermeldde al Jan Silverans, ook Maurice Vankeirsbilck was actief in het verzet. Na de oorlog kwamen ze in onverschil en in een slecht daglicht te staan. Ze meenden de plaats te moeten innemen van de rechterlijke macht en de politiemacht.
Twee onderwijzers die de kant van de bezetter kozen in 1942 mochten na de bevrijding niet hernemen en werden zwaar gestraft. In mijn boek spreek ik geen oordeel uit maar ik vind persoonlijk dat ze beiden te zwaar werden veroordeeld.
Op het gemeentehuis was Jules Dujardin secretaris vóór, tijdens en na de bezetting. Hij was gehuwd met de zuster van de echtgenote van Michel Byttebier. Na de oorlog werd zijn huis in de Lauwestraat beklad met hakenkruisen.
Onder de personeelsleden van toen heb ik het over o.a. het dossier van Denis Baert, die ik persoonlijk goed gekend heb en die actief was in het verzet, van toekomstig burgemeester Hector Duhamel, van architect Gaston Knockaert, die na de bevrijding aangehouden en geïnterneerd werd en ook van Gaston Herman, die later mijn klastitularis werd in het Sint-Pauluscollege.
Twee maal ter dood veroordeeld worden komt niet alle dagen voor. Toch heeft een Wevelgemnaar het meegemaakt, gelukkig voor hem werd de doodstraf twee maal omgezet in een andere straf, de eerste maal na WOI en de tweede maal na WOII.
Had onze plaatselijk nationale wielerheld en 3-voudig winnaar van Paris-Roubaix ook boter op het hoofd tijdens en na de oorlog? Hij ondervond in ieder geval moeilijkheden van verschillende aard en zat een tijd geïnterneerd in de Wikings te Kortrijk.
In het boek ook de nodige aandacht voor Marcel Laperre en Georgé Plets, die tragisch aan hun einde komen in de Duitse kampen en ook aandacht voor de verzetsstrijders die om het leven komen tijdens de bevrijdingsdagen.
Natuurlijk ging ik ook grondig een kijkje nemen in de andere deel- en buurgemeenten.
Jozef Ponseele bezorgde mij een getuigenis over zijn vader Marcel die in Gullegem burgemeester was vóór, tijdens en na de oorlog. Een grote uitzondering destijds in ons land.
In Moorsele komt oorlogsburgemeester Albert Herreman in de plaats van Oscar Pareit. Tot nog toe was Herreman enkel een voetnoot waard in de Moorseelse geschiedenis. Nu doet hij uit de doeken, in een brief vanuit de gevangenis, waarom hij het ambt van burgemeeester aanvaardde tijdens de oorlog.
Christine Vlaeminck bezorgde mij een eerlijke en pakkende getuigenis over haar vader, die na de oorlog opgepakt werd en levenslang vervallen werd verklaard van zijn burgerlijke en politieke rechten.
In 1950 wordt Adolf Vlaeminck hersteld in al zijn rechten.
In Lauwe blijft burgemeester Camiel Vandeplassche op post. Na de oorlog verschijnt hij voor de krijgsraad maar wordt vrijgesproken. Zijn eerste schepen Antoine Cosyns bleef ook op post. Was Cosyns werkelijk de verzetsstrijder voor wie hij doorging? Het antwoord vind je in het boek.
René Vandenbulcke aanvaardt op het einde van de bezetting de post van oorlogsschepen in Lauwe en dat komt hem duur te staan …
In Menen wordt burgemeester Armand Deweerdt vervangen door apotheker Aimé Maenhout en in Rekkem komt Joseph Poblome aan de macht.
Onderwijzer Camiel Mares wordt oorlogsburgemeester in Ledegem in vervanging van Pieter Denolf.
Het hoofdstuk over Gerard Ingelbeen, oorlogsburgemeester van Dadizele, heeft me een bijzonder goed gevoel bezorgd.
Zijn zoon, wijlen dokter Maurits Ingelbeen, kon het hoofdstuk vóór zijn overlijden in 2020, nog met veel interesse doornemen en gaf mij zijn volle goedkeuring.
Bissegem en oorlogsburgemeester Felix Laperre komen ook ruimschoots aan bod. Zijn schoonzonen Jozef Bachot en Joseph Vande Wiele waren zeker geen onbekenden in de wereld van de collaboratie.
Van Jan Dhaene ontving ik een getuigenis over zijn grootvader Alfons Ovaere, die oorlogsburgemeester was in Aalbeke.
We zetten een stapje naar de grote buur Kortrijk, waar Luciaan Ryckeboer oorlogsburgemeester wordt. Ryckeboer wordt aanvankelijk door de krijgsraad veroordeeld tot 8 jaar. In beroep wordt zijn celstraf verhoogd tot 12 jaar. In 1949 komt hij vrij en in 1951 wijkt hij uit naar Bolivië.
Via professor emeritus Bruno Goddeeris kwam ik enkele jaren geleden in het bezit van een boekje “La perle du bagne”, “de parel van de gevangenis”, geschreven door kapelaan Edouard Froidure en dat handelt over Suzanne Van Durme, de tante van Bruno, de zuster van zijn moeder.
Haar tragisch verhaal, dat start in Kortrijk bij haar aanhouding, eindigt in het kamp Bergen-Belsen, waar ze laatst werd gezien. Bij de bevrijding treffen de Britten er massagraven aan en duizenden onbegraven lichamen …
Bij toeval botste ik ook op het dossier van de ouders van Hugo Claus. De internering van zijn vader en de brief van zijn moeder kon ik niet links laten liggen.
Op die manier kon ik tevens even verwijzen naar het “Verdriet van België”, één van mijn lievelingsboeken, met Louis Seynaeve als hoofdfiguur en Byttebier als zijn klasgenoot. Toeval bestaat niet.
Van de vele andere Z-W-VL gemeenten haal ik nog één rubriek aan, die betreffende Kaster, waar zich een drama afspeelt in de familie Algoet.
De ereburgemeester van Dilbeek heeft het drama van dichtbij meegemaakt en getuigt.
Om af te ronden kunnen we ons nog enkele vragen stellen.
Was het nodig om over dit onderwerp te schrijven en moest dat nu al?
Je hebt mensen die verkiezen die periode weg te cijferen en te verdringen en je hebt mensen die menen dat ook de kleine lokale geschiedenis recht heeft op een zo objectief mogelijke waarheid. Ik behoor tot die laatste categorie. Het werd tijd dat de mondelinge overlevering te boek werd gesteld.
Daarbij moet je geen tientallen jaren meer wachten. Ik voel dat de nieuwsgierigheid echt groot is, op een moment dat er nog veel mensen zijn die de oorlog, weliswaar op jonge leeftijd, hebben meegemaakt.
Het boek moet nog worden gelezen en nu al worden mij aanvullingen, verhalen en onderwerpen overgemaakt.
Had of heeft Michel Byttebier zijn plaats in de fotogalerij van de Wevelgemse burgemeesters?
Ook hier waarschijnlijk pro’s en contra’s.
In Anzegem, Deerlijk en Waregem was er wel plaats voor een foto van de oorlogsburgemeester in het rijtje van de burgemeesters.
Al die jaren had het Wevelgemse gemeentebestuur goede contacten met de familie Byttebier. Denken we maar aan de bedrijfsgebouwen Byttebier die de gemeente kon aankopen en aan de vele recepties en maaltijden die door de gemeente in de feestzaal Cortina in de Lauwestraat werden georganiseerd.
Wat denkt de familie Byttebier zelf en de bevolking?
In de gemeenteraad werd nog nooit het voorstel geformuleerd om de foto toe te voegen, noch door de meerderheid, noch door de oppositie.
Is de tijd misschien ondertussen rijp om het voorstel tot toevoeging alsnog te onderzoeken, vooral omdat de foto’s nu toch op een andere plaats zullen gehangen worden? Althans, dat hoop ik.
Beste geschiedenisliefhebbers, ik besluit. Vandaag is het 4 december, Sinte Barbara, patrones van o.a. de pompiers. 68 jaar geleden kwam ik, op een stormachtige zaterdagavond, ter wereld, een heel klein beetje ongelegen. Het was volop klaaskoekentijd en mijn moeder was die dag mijn vader nog aan het helpen in de bakkerij.
We gaan daar een op drinken!
Gezondheid en bedankt!"
![]() |
Zeno Byttebier, zoon van oorlogsburgemeester Michel Byttebier, op 6 december 2022, enkele maanden vóór zijn overlijden, op 17 april 2023. |
Kaft
Inhoudstafel
VERZET
EN COLLABORATIE IN DE REGIO
Een
historisch onderzoek naar Wevelgem en Zuid-West-Vlaanderen tijdens de Tweede
Wereldoorlog
Arnold
Seynnaeve
Geert
Lecompte (Research)
Ribérac,
Wevelgem 2022
Niets uit deze uitgave
mag worden gereproduceerd, verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door
middel van druk, fotokopie, geluidsband, microfilm, internet, elektronisch of
op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende
auteur.
VERZET
EN COLLABORATIE IN DE REGIO
INHOUD
Voorwoord
Hoofdstuk 1 – Wevelgem: Gullegem – Moorsele – Wevelgem
Wevelgem en zijn strategische ligging
Burgemeester Marcel Ponseele blijft op post in Gullegem tijdens de bezetting
Foute en vermeend foute Gullegemnaren tijdens de oorlog
Gullegemse weerstanders
Albert Herreman wordt oorlogsburgemeester te Moorsele
Moorsele: Charles “Karel” Vanoverberghe en Juliaan “Julien” De Boevere
Al dan niet “foute” inwoners van Moorsele tijdens de bezetting
Michel Sergeant, schoonbroer van Adolf Vlaminck
Het verzet in Moorsele
De Duitse inval op vrijdag 10 mei 1940 en de eerste oorlogsdagen te Wevelgem
Oorlogsherinneringen uit mijn schooljaren - Jan Deryckere
Samenstelling van de Wevelgemse gemeenteraad bij het uitbreken van de oorlog
Wevelgem: oorlogsburgemeester Michel Byttebier en zijn familie
Wevelgem: Karel Van Tilborgh en de N.V. “Onderprodukten”
Wevelgem: politieke toestand na de bevrijding
Wevelgems gemeenteraadslid Remi Moerkerke sneuvelt aan het oostfront
Het politiekorps in Wevelgem
Het Wevelgemse brandweerkorps
Het onderwijzerskorps in Wevelgem
“Ons Gemeenteblad” in Wevelgem
Gemeentepersoneel in Wevelgem
In 1943 sticht Gaston Herman Chirojeugd Wevelgem - Hulpleider Maurice Vansteenkiste sterft in 1943 in Duitsland
De geestelijken in Wevelgem
Gent-Wevelgem en Gaston Rebry
Collaboratie en repressie in Wevelgem
Leon Martin
Gerard en Frans Soenen
Het verzet in Wevelgem
Wevelgemse weerstanders, al dan niet erkend of miskend ...
Sluikpers in Wevelgem
Georgé Plets en Georges Derieuw uit Wevelgem … in Moorslede
Georges en Marcel Laperre
Jules Bevernage en Carlos Lecompte
De Nachtegaalstraat ontsnapt op 4 augustus 1944 aan een bloedbad
Onenigheid binnen de rangen van het verzet te Wevelgem
Twee gevreesde partizanenjagers uit Wevelgem staan terecht
André Pille, broer van neergeschoten Maurice, veroordeeld tot de doodstraf
Bezetter en bevrijder vinden de liefde op de Wijnberghoek te Wevelgem
Hoofdstuk 2 – Kortrijk: Aalbeke – Bellegem – Bissegem – Heule – Kooigem – Kortrijk – Marke – Rollegem
Aalbeke: oorlogsburgemeester Ovaere en oorlogsschepen Bels
Bellegem: oorlogsburgemeester Adolf Lefevere en de familie Dierick
Bissegem: oorlogsburgemeester Felix Laperre en zijn familie
Heule: oorlogsburgemeester Adolf Neirynck
Kooigem: oorlogsschepen Theophiel Vandenheede
Kortrijk: oorlogsburgemeester Luciaan Ryckeboer
Kortrijk: oorlogsschepen Julien Vandenbulcke
Kortrijk: stadssecretaris Louis Desmet blijft op post
Kortrijk: arrestatie van Suzanne Van Durme
Het verdriet van België … en Kortrijk
Marke: oorlogsburgemeester Aloïs Ostyn en oorlogsschepenen Louis Dalle en Jozef Craeynest
Rollegem: oorlogsburgemeester Maurice Castelain en oorlogsschepen Sylvain Versteele
Hoofdstuk 3 – Ledegem: Ledegem – Rollegem-Kapelle – Sint-Eloois-Winkel
Ledegem: oorlogsburgemeester Camiel Mares
Ledegemse oudstrijders vertellen ...
Rollegem-Kapelle: oorlogsburgemeester Marcel Vuylsteke
Sint-Eloois-Winkel: oorlogsburgemeester Achiel Vanneste
Burgemeester Edmond Vandenbussche van Sint-Eloois-Winkel over zijn ontslag
Hoofdstuk 4 – Menen: Lauwe – Menen – Rekkem
Lauwe: burgemeester Camiel Vandeplassche en eerste schepen Antoine Cosyns blijven op post …
Lauwe: oorlogsschepen René Vandenbulcke
“Foute” en vermeend “foute” Lauwenaars tijdens de bezetting
Menen: burgemeester Armand Deweerdt wordt vervangen door Aimé Maenhout
Menen: oorlogsschepen Hilaire Lecoutre
Menen: oorlogsschepen Marcel Lewyllie
Menen: Michel Couttenye veroordeeld tot de doodstraf
Menen: Robert Dosfel bij verstek ter dood veroordeeld
Rekkem: oorlogsburgemeester Joseph Poblome
Hoofdstuk 5 – Moorslede: Dadizele – Moorslede
Dadizele: oorlogsburgemeester Gerard Ingelbeen
Moorslede: oorlogsburgemeester Octaaf Lauwers
Hoofdstuk 6 – Wervik: Geluwe – Wervik
Geluwe: burgemeester Jules Ingelbeen en schepen Alphonse Demyttenaere vervangen door Joseph Cardoen en Remi Maddens
Wervik: oorlogsburgemeester Abel Deryckere
Hoofdstuk 7 – Anzegem: Anzegem – Gijzelbrechtegem – Ingooigem – Kaster – Tiegem – Vichte
Anzegem: oorlogsburgemeester Octaaf Van Eeckhout
Gijzelbrechtegem: oorlogsburgemeester Adolf Ledez
Ingooigem: burgemeester Hector Balcaen blijft op post
Kaster: drama in de familie Algoet
Tiegem: burgemeester Achiel Verbrugge blijft op post
Vichte: burgemeester Paul Deroost blijft op post – oorlogsschepen Gerard Vandoorne
Hoofdstuk 8 – Avelgem: Avelgem – Bossuit – Kerkhove – Waarmaarde
Avelgem: de stoelendans binnen het college van burgemeester en schepenen
Bossuit: oorlogsburgemeester André Iserbyt
Kerkhove: oorlogsburgemeester Lucien Vandenbroucke
Waarmaarde: onduidelijke stoelendans
Hoofdstuk 9 – Deerlijk: oorlogsburgemeester Alfons Verbrugge
Hoofdstuk 10 – Dentergem: oorlogsburgemeester Willem Gekiere
Hoofdstuk 11 – Harelbeke: Bavikhove – Harelbeke - Hulste
Bavikhove: oorlogsburgemeester Michel Delsoir
Harelbeke: oorlogsburgemeester Marcel Clarysse veroordeeld tot de doodstraf
Hulste: oorlogsburgemeester Marcel Spriet
Hoofdstuk 12 – Ingelmunster: oorlogsburgemeester Remi Craeymeersch
Hoofdstuk 13 – Izegem: Emelgem – Izegem - Kachtem
Emelgem: oorlogsschepen Marcel Vandommele
Izegem: oorlogsburgemeester Paul Depoorter
Kachtem: oorlogsburgemeester Albert Verhelst
Hoofdstuk 14 – Komen – Comines: oorlogsburgemeester Octaaf Govaert
Hoofdstuk 15 – Kuurne: de moord op oorlogsburgemeester Cyriel Corteville
Hoofdstuk 16 – Lendelede: oorlogsburgemeester André Bultheel
Hoofdstuk 17 – Meulebeke: oorlogsburgemeester Valère Decoster
Hoofdstuk 18 – Moeskroen: Dottenijs – Herzeeuw - Moeskroen
Dottenijs: oorlogsburgemeester Aimé Couplez
Herzeeuw: burgemeester Jean Beaucarne
Moeskroen: oorlogsburgemeester Silvère Derveaux en zijn oorlogsschepenen
Hoofdstuk 19 – Oostrozebeke: oorlogsburgemeester Jerome Ampe
Hoofdstuk 20 – Waregem: Beveren-Leie – Desselgem – Sint-Eloois-Vijve - Waregem
Beveren-Leie: oorlogsburgemeester Aloïs Byttebier
Desselgem: burgemeester Henri De Brabandere blijft op post
Sint-Eloois-Vijve: oorlogsschepen Lambrecht
Waregem: oorlogsburgemeester Joseph Van Heuverbeke
Hoofdstuk 21 – Wielsbeke: Sint-Baafs-Vijve - Wielsbeke
Sint-Baafs-Vijve: oorlogsburgemeester Gaston Balcaen
Wielsbeke: oorlogsburgemeester Delagrange
Hoofdstuk 22 – Zonnebeke: Beselare – Geluveld – Passendale – Zandvoorde - Zonnebeke
Beselare: oorlogsburgemeester Leon Baert
Geluveld: burgemeester Jules Houdendycke blijft op post
Passendale: burgemeester André Camerlynck blijft op post
Zandvoorde: oorlogsburgemeester Henri Verbeke
Zonnebeke: oorlogsburgemeester Donaat Boncquet
Hoofdstuk 23 – Zwevegem: Heestert – Moen – Otegem – Sint-Denijs - Zwevegem
Heestert: oorlogsburgemeester Alfons Muylle
Moen: burgemeester Ernest Coene blijft op post, niet zonder gevolgen …
Otegem: burgemeester Jerôme Mekeirele blijft op post
Sint-Denijs: oorlogsburgemeester G. Notebaert
Zwevegem: burgemeester Leon Bekaert blijft zo goed als op post
Nawoord
Lijst van belangrijkste afkortingen
Bronnen
Namenregister
Bijlagen
Affiches
De klassen van meester Michel Byttebier
Een getuigenis - Philippe Haeyaert
Gustaaf Dehaese uit Sint-Kruis
Voorwoord
Voorwoord
Hoe komt iemand ertoe,
plots, na vele jaren, een onderzoek te starten naar wat zich afspeelde in zijn
gemeente tijdens een oorlog die hij zelf niet heeft meegemaakt?
Als kleine jongen had ik
al wel eens aan mijn vader, een man van weinig woorden, gevraagd hoe dat
voelde, zo’n begin van een oorlog. Wat gebeurde er exact die dag? Ik weet
niet meer wat hij toen precies antwoordde maar veel zal het niet geweest zijn.
Ik was zes toen mijn
grootvader langs moederszijde, Maurits Degroote, geboren te Oostende op 31
augustus 1898, overleed in 1960. Te jong dus om vragen te stellen over de
oorlog. Nochtans, hij had er me veel kunnen over vertellen. Hij was militair op
het Wevelgems vliegveld toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, krijgsgevangene[1]
en inlichtings- en actieagent[2]
tijdens de bezetting. Na de oorlog werd hij op 7 oktober 1944 aangeduid voor
het Krijgsauditoraat te Kortrijk en er aangesteld als adjunct-griffier tot 30
juni 1947.
Maurits
Degroote – Bron artikel: Kortrijksch Handelsblad van 7 april 1945.
In de jaren z
Of nog later, in de jaren
tachtig toen ik lid werd van de Volksunie,
had ik mijn oor te luisteren kunnen leggen bij enkele leden van toen, bij
gemeenteraadslid Frans Soenen of plaatselijk voorzitter Antoon Moerkerke. Hun
families werden na de oorlog zwaar aangepakt.
Het kwam er niet van, de
interesse was er nog niet en het is helemaal niet zeker of ik toen wel vol- of
afdoende antwoorden ging gekregen hebben.
Een “ontbrekende” foto in
het rijtje burgemeesters van Wevelgem echter trok mijn aandacht tijdens een
receptie – ter gelegenheid van de 25ste Open Monumentendag in
september 2013 – in de gemeenteraadszaal en betekende de start van mijn
zoektocht.
Oorlogsburgemeester
Michel Byttebier ontbreekt in het rijtje burgemeesters. Rechts Remi Wallays
(burgemeester van 1933 tot 1942 en van 1944 tot 1946) en links zijn broer
Achiel Wallays (burgemeester van 1947 tot 1969).
In april 2018 werd ik
toevallig gecontacteerd door Geert Lecompte die bezig was met stamboomonderzoek
en me vroeg of we verre familie van mekaar waren.
Na wat berichtjes heen en
weer kwam algauw aan het licht dat ook Geert een uitgesproken interesse had
voor alles wat met de Tweede Wereldoorlog te maken had o.m. in Wevelgem.
Dat kwam doordat zijn grootvader, Carlos ‘Charles’ Lecompte, geboren te Wevelgem op 26 april 1912, actief was geweest in Wevelgem als weerstander door de sluikpers, van 8 juli 1943 tot 15 januari 1944. Hij was ook begunstigde van het Statuut van Gewapend Weerstander voor de periode van 8 juli 1943 tot 22 juni 1945 en een politiek “Nacht und Nebel”-gevangene voor de periode van 15 januari 1944 tot 21 juni 1945.
Hoe grootvaders mensen
kunnen samenbrengen.
Bij toeval kwamen we dus
met elkaar in contact, werden we nog meer gebeten door de onderzoeksmicrobe en
wilden we samen een “vergeten” stukje van de Wevelgemse geschiedenis vastleggen
voor het heden en de toekomst.
Tijdens ons onderzoek
kregen we sterk de indruk dat men bepaalde aspecten van deze periode in
Wevelgem nog steeds liever onaangeroerd laat, alsof de tijd er nog niet
voldoende rijp voor is en er over dit onderwerp een taboesfeer blijft hangen.
In naburige steden en gemeenten werd daarover nochtans reeds uitvoerig
geschreven. In Wevelgem heerst op dat vlak de stilte.
Het heemkundig
tijdschrift ’t Meiboompje – jaargang 23/1 – uit Gullegem verwoordt het
goed bij het verschijnen van de serie “Gullegemnaren in de Tweede
Wereldoorlog”:
“… De heemkundige kring
De Meiboom Gullegem dankt daarom de tientallen Gullegemnaren die hun eigen
belevenissen in de Tweede Wereldoorlog voor dit tijdschrift op papier hebben
neergeschreven. Natuurlijk is niet alles aan bod gekomen. We denken daarbij
vooral aan activiteiten van collaborateurs, oorlogsprofiteurs, echte en
naoorlogse weerstanders, oostfronters, de zwarten en de witten, … enz. Deze
aspecten van de oorlog zijn echter te delicaat voor de recente
geschiedschrijving van de kleine gemeenschap die Gullegem is.”
Een medewerker van de
Heemkundige Kring Wibilinga Moorsele Wevelgem formuleerde het als volgt
in een aan mij gerichte mail:
“Soms is het goed om
laden open te trekken maar vaak is het beter om laden en hun inhoud gesloten te
houden.”
De Geschiedenis van Wevelgem,
van de hand van Jules Vervenne, Lieven Vervenne en Ludo Vanhove en verschenen
eind 2021, besteedt gelukkig ruimschoots aandacht aan de Tweede Wereldoorlog,
echter o.i. onvoldoende diepgaand.
Een grondig onderzoek
drong zich op.
De vele documenten die we
konden inkijken deden er ons toe besluiten ook andere gemeenten van Zuid-West-Vlaanderen
te onderzoeken en erbij te betrekken. Veel dossiers uit de verschillende
gemeenten waren bijna onlosmakelijk verbonden met mekaar.
Onze bescheiden bijdrage
wil op een zo objectief mogelijke manier dit complex en geladen onderwerp behandelen.
De inhoud van ons werk kan
bij sommigen hard en confronterend overkomen. Er worden namen genoemd. Vele
namen werden vroeger al vermeld, kort na de oorlog, in het Belgisch Staatsblad
of in de plaatselijke kranten. We hopen dat iedereen alles respectvol in zijn
context zal willen plaatsen.
Zonder namen kan je geen
ernstige studie brengen. Vandaag zijn zo goed als alle vermelde personen van de
beschreven periode gestorven zodat de AVG[3] niet van toepassing is.
De gegevens in ons boek berusten op duizenden
documenten komende uit honderden dossiers. Zelfs het kleinste hoekje in het
diepste archief ontsnapte niet aan het onderzoekersoog van Geert Lecompte,
zonder wie deze publicatie niet mogelijk was geweest.
Omwille van de leesbaarheid van de tekst
werden niet overal voetnoten ingelast. Alle opgenomen gegevens zijn echter
strikt controleerbaar en komen uit de bronnen vermeld in een afzonderlijke
rubriek op het einde van het boek.
Veel leesgenot met een historisch “verhaal” over
Wevelgem en omliggende gemeenten tijdens de Tweede Wereldoorlog, een stukje
geschiedenis geschreven van onderaf, vanuit het perspectief van de gewone man
of vrouw.
Arnold Seynnaeve.
Wevelgem en zijn strategische ligging
Wevelgem
en zijn strategische ligging
Wevelgem is gelegen in Zuid-West-Vlaanderen aan de Leie, die ontspringt
in Noord-Frankrijk en uitmondt in de Schelde te Gent.
De Leie had vroeger een belangrijke functie omwille van de
vlasverwerking.
De Lauwebrug, die de Leie overspant en de verbinding vormt tussen
Wevelgem en Lauwe, werd tweemaal vernield. Een eerste maal op het einde van de
Eerste Wereldoorlog, op 16 oktober 1918, door de Duitsers tijdens hun aftocht
en een tweede maal bij het begin van de Tweede Wereldoorlog, door de Engelsen,
op 22 mei 1940. Een noodbrug deed dienst tot in 1955, toen de brug heropgebouwd
werd.
De gedynamiteerde brug op 22 mei 1940 (Foto Wibilinga 2006/1)
Wevelgem wordt doorkruist door de spoorlijn 69 Kortrijk-Poperinge.
De spoorlijn heeft een rijke geschiedenis, o.a. door het gebruik tijdens
de twee wereldoorlogen, zowel door vluchtelingen als door militairen.
Het eerste ticket in het station Wevelgem werd verkocht in 1853, het
laatste op 28 juni 2013. Wevelgem werd wel behouden als stopplaats.
Parallel met de spoorlijn liep de elektrische tramlijn KM, van Kortrijk
via Wevelgem naar Menen, vanaf 16 april 1933 tot 14 november 1957, dag van de
laatste tramrit. Deze tramlijn was bedoeld om het lokaal reizigersvervoer langs
de kleinere plaatsen te ontsluiten.
Tramverkeer was onmogelijk tussen 1940 en 1951 doordat de Leiebrug te
Kortrijk in mei 1940 opgeblazen werd door Engelse terugtrekkende troepen.
Het vliegveld van Wevelgem, voor een stuk ook op Bissegems grondgebied
gelegen, werd door de Duitsers aangelegd in 1916. Na de Eerste Wereldoorlog
kwam het in handen van de Belgische Luchtmacht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog
maakten zowel de Duitsers als de Geallieerden gebruik van het vliegveld. Na de
oorlog vestigde de Belgische Luchtmacht er zich opnieuw en in 1973 werd het een
burgerlijke luchthaven.
![]() |
Vliegveld Wevelgem met o.a. Maurits Degroote (bron: familie Degroote) |
![]() |
Vliegveld Wevelgem met o.a. Maurits Degroote (bron: familie Degroote) |
![]() |
Vliegveld Wevelgem met o.a. Maurits Degroote (bron: familie Degroote) |
Wevelgem bevindt zich ook op een kruispunt van snelwegen (E17, A17 en
A19), die alle drie aangelegd werden na de Tweede Wereldoorlog.
Op het Duits Militair Kerkhof, aangelegd in 1917 en deels ook gelegen op
het grondgebied van Menen, liggen 48.000 Duitsers begraven. Het is gelegen
langs de spoorlijn op het einde van de Kruisstraat, ter hoogte van het vroegere
bos en de wijk “Moskou”.
![]() |
Duitse militaire begraafplaats Menen-Wald |
Vanaf 1 januari 1977 werden Gullegem en Moorsele gefusioneerd met
Wevelgem. Qua oppervlakte is Moorsele de grootste deelgemeente, Wevelgem zelf
telt de meeste inwoners.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Moorsele gelegen langs de spoorlijn
65 Roeselare-Menen.
De dienstregeling uit 1949 met de halte “Kezelberg” in
Moorsele.
In 1955 werden de sporen opgebroken.
Ook Moorsele heeft een luchthaven, een militair vliegveld van de
Belgische Luchtmacht, dat opgericht werd in 1936.
De Royal Air Force was er even gestationeerd tijdens de meidagen van
1940.
De Luftwaffe bouwde het vliegveld uit tot een jachtvliegbasis.
Vandaag is het een recreatief vliegveld[1].
Sedert de fusie grenst de nieuwe entiteit Wevelgem aan Menen (Lauwe en
Menen), Wervik (Geluwe), Moorslede (Dadizele), Ledegem (Ledegem,
Rollegem-Kapelle en Sint-Eloois-Winkel) en Kortrijk (Heule, Bissegem en Marke).
In 2020 bedroeg het aantal inwoners in de drie Wevelgemse deelgemeenten
samen 31.557, tijdens de Tweede Wereldoorlog lag het aantal rond de 23.000,
opnieuw de drie deelgemeenten samen in acht genomen.